305
der auerlinie gewerkt had, en dat over liet algemeen de stemming zeer
vredelievend was, hetgeen grootendeels toegeschreven zal moeten worden
aan de omstandigheid, dat het tijdperk van den rijstoogst begon te nade
ren, en hier en daar reeds ingetreden was.
Den 16lle" was inmiddels de voor de opruiming der auer-auerlinie aan
onderscheidene doesons gestelde termijn verstreken, en vertrok van Gelong
Saktie eene patrouille onder den Ist™ luitenant van fihijn en begeleiding-
van den assistent-resident van Amstelom zich te overtuigen wat er ge
daan was. De patrouille nam hare route over Padjar Boelan, keerde over
Tandjong Dalem terug, en bevond, dat men op alle bezochte plaatsen
ernstig begonnen was, niet aan de gestelde voorwaarde te voldoen, terwijl
ook reeds vele doesons een gedeelte der opgelegde oorlogsschatting vol
daan hadden.
Terwijl zich dus in de landen aan den linkeroever der Lematang meer
en meer rust begon te vertoonen, was zulks evenwel nog niet het geval
in de lauden tusschen die rivier en de Endikat gelegen; aldaar werd een
detachement bij het overtrekken van genoemde rivier, en een tegemoet
komende patrouille bij de doeson Banka, vrij hevig beschoten.
Inmiddels was de koloune Steek van het 5e bataillon infanterie, welke
over Benkoeien naar de Pasoemahlanden zoude oprukken, den ll'len Sep
tember met het gouvernements stoomschip Hertog Bernard van Samarang
vertrokken; na den 15lleu d. a. v. te Benkoelen aangekomen te zijn,
den 18c|4JI1 volgens de reeds aangegeven route verder gemarcheerd, eu den
24sted September te Kepahiang gearriveerd.
Deze kolonne had onderweg gcene de minste vijandelijkheden onder
vonden en de bevolking der bezochte plaatsen overal rustig aan den ar
beid gezien.
De wegen, welke men gevolgd had, verkeerden allen in góeden staat,
en de eenige moeielijkheid gedurende den marsch had bestaan in het ge
brek aan koelies. Nadat de majoor Steek den expeditie-kommandant
bericht zijner aankomst te Kepahiang gezonden had, ontving hij onmid
dellijk last, om eene inlandsche kompagnie en 50 Afrikanen naar Tebing
Tiuggi te dirigeeren, en met de overige troepen door de Pasoemah Oeloe
Ijstang op tc rukken naar Gelong Saktie, van uit welke plaats de 6e
kompagnie van het 10'' bataillon, onder kommando van den kapitein van
der Hurk, hem tot Sa wall .te gemoet zou worden gezonden.
Eene kolonne van het 5e bataillon, welke, zooals boven gezegd, onder
kommando van kapitein Pordouvan Samarang naar de Pasoemah zou
vertrekken, was den I0'1™ September ter reede van eerstgenoemde plaats