309 uren later, en nog één man, welke eerst na twee dagen bij zijne kom pagnie terugkeerde, 't Schijnt dus wel, dat bij deze handeling de voor een bajonetaanval zoo noodige eenheid en orde' ontbroken heeft, hetgeen te meer blijkt, daar men bij de eerste attaque reeds verzamelen moest toen de vijand slechts 300 pas teruggedreven was. Daardoor ging dan ook het geheele reeds behaalde voordeel verloren, en kon de vijand zijnen tweeden aanval zoo spoedig doen volgen. Ook komt het ons voor, dat men niet naar de overzijde van het ravijn had mogen trekken, zonder het rechts en links gelegen terrein 'behoorlijk te doorzoeken of ten minste de flanken te dekken, terwijl in allen gevalle Het in den rug der koionne gelegen Te Bat Salak niet onbezet had mogen blijven; te meer, daar het, door een wal omgeven, gemakkelijk door eene zeer kleine macht verdedigd had kunnen worden. Na ontvangst van het rapport omtrent de zooeven beschreven patrouille begreep de cxpeditie-kommandant, dat eene versterking der troepenmacht in de Soembaij Semidang dringend noodig was, en hij zond derhalve den majoor Peereboom met 41 bajonetten, benevens een houwitser met bedie ning, onder luitenant Vervat, derwaarts, met last, om het kommando der geheele koionne tusschen de Lintang en de Lematang op zich te nemen. Daar de berichten omtrent den stand van zaken in de Moesie Oeloe ontvangen, allergunstigst luidden," werd aan de derwaarts gezonden halve kompagnie Afrikanen der koionne Steek last gegeven, naar Gelong Saktie op te komen, terwijl de andere kompagnie van het 5e batafllon daar verblijven en te Oedjan Pannas, de plaats waar de onruststokers dier land streek te huis behoorden, gelegerd worden zoude. De majoor Peereboom vertrok met zijne koionne den 24<ste» des namid dags om 4 uur van Gelong Saktie, en kwam des nachts tegen 12 uni te Talang besar aan, zonder vijandelijkheden ondervonden te hebben. Van uit laatstgenoemde plaats deed hij den volgenden dag met eene koionne, sterk' 115 man, een tocht door het gebergte naar doeson Benting, van waar hij over Tebat Salak en Talang Saleli terugkeerde. Men ontmoette onderweg bijna geene vijanden, doch vernam, dat deze voornemens waren, zich niet meer te versterkenmaar onze troepen in het open veld aan te vallen. De tocht was verder dienstbaar gemaakt aan eene verkenning der be zochte plaatsen, ten doel hebbende het zoeken eener goede en gunstig gelegen positie voor de vestiging onzer troepen in het midden der Semi dang, hetgeen noodig geacht werd, om, bij de vele in die landstreek voorgenomen tochten, den nasleep van koelies voor het dragen van vivres enz. te vermijden.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1870 | | pagina 316