312 de kolonne van Rhijn, die zich inmiddels op laatstgenoemde plaats met de kolonne von dein Bussche Ippeuburg vereenigd had, misliep. De voorgenomen vereeniging met laatstbedoelde kolonne mislukte door dien von dem Lussche, niet wetende waar van Heijningen zoolang bleef, na eenige schermutselingen met den vijand te hebben gehad, naar Palang Laugan was getogenin de hoop hem aldaar aan te treffen. De kolonne van Heijningen had nu nagenoeg 12 uren geageerd en was te vermoeid, om nog naar Pao Lentik te marcheeren; de kommaudant besloot derhalve naar Palang ïidang terug te keeren. Na aankomst aldaar werden onderscheiden patrouilles uitgezonden, om liet. transport op te zoeken, dat dan ook spoedig gevonden werd en met. de kolonne von dem Bussche terugkeerde. Hoewel, door het mislukken der voorgenomen ontmoeting der verschillende kolonnes en het niet bezet ten van Pao Lentik, het doel van den tocht slechts ten deele bereikt was, had men den vijand toch belangrijke nadeelen toegebracht, doordien verscheiden voorraadschuren en koeboeans gevonden en vernield waren. Bovendien hadden deze nog al uitgebreide troepenbewegingenwaarvan sommige zeer verrassend voor den vijand geweest wareneen goeden in druk gemaakt. Ingevolge de lastgeving van den expeditie-kommandant, om eene positie in het midden der Semidang gelegen, te bezetten, zond de majoor Pee- leboom den pten October de le kompagnie van het garnizoens-bataillon en die van het 5" bataillon naar Palang l'engga, gelegen tusschen Palang Langan en Mendoekoe, in het midden der Soembaij Semidang. Den 3<l™ October vertrok de expeditie-kommandant zelf naar de Semi- dang, ten einde zich aldaar persoonlijk van den stand van zaken te over tuigen, en eene standplaats voor onze troepen aan te wijzen. Daartoe werd lalang Pidawg, zoowel om de reeds daarvoor opgegeven redenen, als om de ligging der plaats en de geaardheid van het terrein daarbinnen, afgekeurd. Palang Pengga, hetwelk den volgenden dag bezocht werd, vond hij daarentegen goed, en hij bepaalde alzoo, dat aldaar de ]e kom pagnie van het garnizoens-bataillon zou blijven. De kommaudant dezer kompagnie kreeg in last, om van uit zijne standplaats dagelijks patrouil les te doen naar de omliggende doesonsden vijand rusteloos te vervolgen, zijne voorraadschuren te vernielen, in een woord, hem zooveel schade toe le brengen, als maar eenigzins mogelijk was, ten einde hem daardoor zoo spoedig mogelijk tot volkomen onderwerping te brengen. Aan Palang leiigga ging men langs verschillende doesons, welke allen door den vijand-zelven verbrand en verwoest waren, naar Pebat Salak, welke plaats, in strijd met de opinie van den majoor Peereboom, voor

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1870 | | pagina 319