316 zoudep doendoch deze geruchten werden slechts zelden bewaarheid. Nu en dan werd er wel eens in de verte op eene doeson of op eene'patrouille geschotendoch de bevolking bleef over het algemeen vrij rustig. De patrouilles, die van Tebat Salak uitgingen, strekten zich gewoonlijk inde richting van doeson Benting naar het gebergte uit, en hadden ten doel, om alzoo den weg te vinden, langs welke de rondzwervende vijandelijke benden telkens naar hunne schuilplaatsen trokken ten einde hen daar op te zoeken en geheel tot onderwerping te brengen. Hoewel het laatste nu wel niet geheel en al gelukte, vond men evenwel vele voorraadschuren, die allen vernield werden, in de hoop, daardoor de vluchtelingen door gebrek aan levensmiddelen tot Onderwerping te nood zaken. Ook van uit Talang Tengga deed men voortdurend patrouilles, zoo veel mogelijk in verband gebracht met die van uit Tebat Salak. Den October keerde de kolonne van der Hurk terug uit de Oeloe Lintang, alwaar alles zoo rustig was, dat geene verdere bezetting meer noodig geacht werd. Deze kolonne werd, in verband met de loopende geruchten omtrent eenige onrustige bewegingen onder de Goemaijers, ter versterking van het garnizoen naar Lahat gedirigeerd. Verder werden er dien dag eenige troepenverplaatsingen bevolen, ten doel hebbende, op de verschillende door ons bezette plaatsen zooveel mogelijk troepen van het zelfde korps te vereenigen, en zulks met het oog op de verschillende ge weersoorten waarmede zij bewapend waren, en het daaruit voortvloeiende verschil der benoodigde munitie. Zoo werd de 4C kompagnie van het 5e bataillon uit het hoofdkwartier naar Tebat Salak gezondenter vervanging van de 3e kompagnie van het 10e bataillon, welke de le kompagnie van het garnizoens-bataillon te Talang Tengga zou aflossen, terwijl laatstgenoemde bestemd werd, voor de bezet ting van Bandar, in vervanging van de 4e kompagnie van dat korps; liet laats!e, omdat de le kompagnie van af het begin der expeditie veel ver moeienissen doorgestaanen de 5e kompagnie daarentegen nog maar weinig gedaan had. Onder de patrouilles, welke nu nog in de Semidang gemaakt werden, verdient alleen vermeld te worden die, welke op den 7^e" October onder kommando van den luitenant von dem Bussche Ippenburg uit het bivouak van Talang Tengga afgezonden werd, ten einde, in verband met de pa trouilles, uitgezonden van Bandar en Tebat Salak, in de richting van itambei Passir op te rukken, alwaar men hoopte eenige Semidangers te zullen ontmoeten. Deze patrouille rukte over Tandjong T'apoes in Z. O. richting naar het

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1870 | | pagina 323