319
vijandelijkheden door de Goemaijers gepleegd, tot zij den 20't™ October
"iet de inwoners der doeson Padjar Boelan in gevecht kwamen, zooals
later bleek, doordien laatstgenoemden, voorbarig genoeg, het eerst met
schieten begonnen waren. Zij bezochten nog onderscheiden doesons in de
Setiiundo, doch, hoewel hier en daar brand gesticht werd, zoo het schijnt
zonder ernstige vijandelijke bedoelingen, en keerden den 25stel'naar luinne
haaVdsteden terug, waartoe zij misschien wel genoopt werden door de vrij
belangrijke vermeerdering, welke onze troepenmacht in de Semundo in
middels ondergaan had. Paradipo werd op dezen tocht door de Goe
maijers niet gevonden, doch aan de bloedwraak werd voldaan, door het
vermoorden van diens zoon; van de beloofde onderwerping van Pirahoen
kwam echter niets.
Inmiddels was het voornemen opgevat, liet nog onafhankelijke land
schap Patang Hari Oeloe Loewas, in de Semundo gelegen, en waar volgens
geruchten Paradipo zich moest ophouden, te bezoeken en in te lijven,
hetgeen volgens verzekering der hoofden uit die streek, zonder vijande
lijkheden zou plaats vinden, en waartoe dat landschap bezocht zou worden
door eene kolonne onder kommando van den kapitein Benschop, welke
in verband daarmede het bevel over de troepen bewesten de Endikat den
3Qsteu October overgaf aan kapitein Koocken, koinmandant der aldaar
gelegerde 2e kompagnie van het 10" bataillonen zich vervolgens naar
Poeloe Panggong begaf, alwaar hij het militair kommando van luitenant
Sirks, die van Dijk vervangen had, overnam.
Toen Benschop echter zijn tocht verder aanvangen wilde, vernam hij
den lsteu November dat de Goemaijers weder voornemens waren een inval
in de Semundo te doen, ten einde eenige aan Paradipo behoorende huizen
te verbranden. Dientengevolge werd de voorgenomen tocht eenigen tijd uit
gesteld; het garnizoen te Poeloe Panggong met 75 man van het 5e ba-
laillon onder kapitein Kauffmann versterkt, en de Goemaijers aangezegd,
dat zij zich van den voorgenomen tocht onthouden moesten, daar zij an
ders duchtig gestraft zouden worden.
Het bleek spoedig, dat deze aanmaning voldoende was geweest, om de
Goemaijers van hun voornemen terug te brengen, althans er kwam niets
van. Bovendien achtte men de troepensterkte in de Semundo na de ont
vangen versterking voldoende, om hen bij eenen eventuëelen aanval af te
slaan, alzoo werd de tocht na.tr de Oeloe Eoewas den 6^" November van
uit Poeloe Panggong begonnen.
De daartoe bestemde kolonne was 100 man sterk, en werd door een
civielen ambtenaarbelast met de leiding der onderhandelingen, vcmezeld.