25 Het lid, dat den hoogsten rang bekleedt, heeft de bevoegdheid de wa penen na te zien, te waken dat alles naar den regel geschiedt, en zelfs het gevecht te doen staken, wanneer hij zulks noodig oordeelt. Diegene, die zich hieraan niet onderwerpt, zal gestraft worden, als of hij in dienst geweigerd had de bevelen zijner meerderen op te volgen. Heeft eene der partijen haren tegenstander gedoodten gevolge van het niet nakomen van aangenomen gebruiken of bepaalde voorwaarden dan wel, na dezen ontwapend te hebben, zoo zal de schuldige op non activiteit gesteld en gestraft worden met detentie binnen eene vesting voor den tijd van tien tot twintig achtereenvolgende jaren. Bij verzwarende omstandigheden zal de schuldige zelfs, overeenkomstig de wetten des lands met den dood kunnen gestraft worden. XVIL Straf op het tweegevecht. De krijgsraad zal onmiddellijk na het tweegevecht, de zaak in behan deling nemen en daarover recht spreken. Behalve de reeds genoemde, kunnen door den krijgsraad nog de vol gende straffen worden opgelegd le. Wanneer geen der beide partijen is gedood, zoo zullen zij, naar evenredigheid van de al of niet zware verwonding, gestraft worden met detentie binnen eene vesting gedurende den tijd van eene maand tot twee jaar. 2e. Is eene der partijen op de plaats-zelf gedood dan wel aan de beko men wonden bezweken, zoo zal de overblijvende gestraft worden met de tentie binnen eene vesting, voor den tijd van een tot vier jaar; 3e. Was het tweegevecht zoodanig geregeld dat het op het leven was toe gelegd van een der beide partijen, dan welbepaald, dat het gevecht zoo lang zou duren, tot een der partijen zoodanig gewond was dat de dood daarop moest volgen, zoo zal de overblijvende, indien hij zijne tegenpartij gedood heeft, gestraft worden met detentie binnen eene vesting voor den tijd van vijf tot tien jaar, en in het tegenovergesteld geval, van twee tot zes jaar. Bij de bepaling der hoegrootheid van straf, zal door den krijgsraad moeten worden onderzocht Of de aanlegger van het tweegevecht met boos opzet en kwaadwilligheid heeft gehandeld Of hij daartoe door drift is aangezet; Of zijne bijzondere positie als officier eenigen invloed heeft kunnen hebben bij de behandeling der zaakdan wel of de uitslag van het twee gevecht ontstaan is door de wettige zelfverdediging van eene der beide partijen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1870 | | pagina 32