328 Piralioen, hierdoor waarschijnlijk inziende, dat zijn invloed begon te verminderendeed nu weldra onderhandelingen over zijne onderwerping- openen, en het gevolg daarvan was dat, zonder medewerking van de mi litaire macht, op o palen afstands van Lahat in de doeson Bangoe (Goemaij Talang)eene ongewapende bijeenkomst tussehen hem en den assistent-resident van A-nastel plaats vond, waarbij hij zijné onderwerping- aanbood, op voorwaarde dat hij als vergeten burger in genoemde plaats zou mogen blijven wonen, welke voorwaardezijne vrijwillige onderwer ping in aanmerking genomen toegestaan werd. Daarop had den 26steu Maart zijne officiëele onderwerping aan het Ne- derlandsch-lndisch gouvernement plaats. Wijl het inmiddels uit een ter zake gehouden onderzoek gebleken was, dat het hoofd van Makakau, paugeran Pandita Eatoe, die altijd beweerd had op de zijde van ons gouvernement te zijn, echter wel degelijk in overleg getreden was met toean Paradipo en Piralioen, om tegen ons op te staan, en deze drie hoofden daartoe zelfs een eedgenootschappelijk ver bond hadden aangegaan, werd eerstgenoemde, wegens de onoprechte rol die hij tegenover het gouvernement gespeeld had, naar Palembang gebannen. De Afrikaansche kompngnie van bet 5e bataillon bleef na den afloop dezer gebeurtenissen nog eenigen tijd in de Pasoemah, en keerde eerst in het begin van November 1868 naar Java terug. Zij kwam den 15dm November van Samarang te Willem I aan, en werd weder bij het aldaar garnizoen houdende 2e bataillon, waaruit zij ter versterking van bet 511 bataillon getrokken was, ingedeeld. De rust was alzoo m de Pasoemah en omliggende lauden geheel verzekerd. Hij besluit van den 22s'-™ Juli 18(57 werd deze landstreek tot een deel van de residentie Palembang, en tot eene onderafdeeling van de Lernatang Oeloe verklaard, en Bandar tot de hoofdplaats der gouverne- inents-vestiging in de Pasoemah verheven. Hiermede eindigen wij ons verhaal over de Pasoemahexpeditie, waarop we geen andere toelichting noodig achtendan dat het meerendeels uit de welwillend ter onze beschikking gestelde officiëele rapporlen is getrok ken, die we even als de ons bekende particuliere en andere bronnen steeds met de meeste zorg hebben geraadpleegd. Bij verschillen in de mededee- Üng onzer bronnen hebben we steeds getracht, door eene oordeelkun dige vergelijking tot de juiste waarheid te gerakenmochten we evenwel hier en daar gefaald hebben, zoo zal men ons wel op onze fouten willen wijzen. Wij hebben ons steeds zooveel mogelijk van lof of blaam onthouden,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1870 | | pagina 335