332 neesheer tekle, er later in Algiers maar 0 op de 1000, in de Krim maar 0.82 op dat getal en bij Magenta en Solferino, waarschijnlijk nog min der had. De republiek Amerika alléén kan met de ÏYausche republiek van 1791 wedijveren, en de sterfte-verhouding bij het leger gedurende den jongsten Amerikaanschen oorlog is dan ook Smalen minder, dan die bij het tegen woordige Eransche leger op voet van vrede. Gaarne er op vertrouwende, dat al die cijfers het gevolg zijn van nauw keurige statistieke opgaven, waarvan de resultaten oordeelkundig zijn naast elkander gesteld, zoo schijnt toch één geneesheer per 100 weerbare mannen wel wat veel, en zelfs de aangegeven voorbeelden bewijzen, dat men, ook met minder, goede resultaten kan erlangen. liet geringste sterftecijfer, zoo als wordt opgegeven, is dat bij liet Eimelsche leger gedurende den tweeden winter voor Sebastopol, 0.2 van het effectief. Stel dien winter op 1 maandenen reken dat er in de overige jaargetijden niet op meer sterfte gerekend behoeft te worden, dan krijgt men 0.6 °/o i" liet jaar, dus slechts 7ó van het cijfer der Ameri kanen. Hoeveel geneesheeren de Engelschen bij die gelegenheid hadden wordt wel niet opgegeven, doch men kan uit de mededeeling, dat één Engelsch geneesheer bij de hospitalen 100 zieken te behandelen had, af leiden, dat het getal zeker minder dan 1 der sterkte van het geheele leger bedroeg. Na de statistieke opgaven uit den vreemde, had ieder lezer gaarne ook een paar cijfers van ons Indisch leger gezien. De Italische, Bonische, Bandjereesche en menige andere expeditie zouden daartoe ongetwijfeld stof hebben kunnen leveren, en het ware dan mogelijk geweest af te leiden, in hoeverre wij gedurende onze oorlogen in Indië bij anderen achter of vooruit zijn. Dit was echter niet het doel van den schrijver, en het eerste deel van zijn opstel dient alleen, om te komen tot de volgende algemeene stelling: //goede en degelijke verpleging van den zieken soldaat is eene der eerste //en gebiedeudste plichten der regeringen. Daarin staan groote zedelijke en //geldelijke belangen en de heiligste regteu van den meusch op het spel." Die stelling niet bestrijdende, heb ik dan ook hierboven slechts ter loops stilgehouden bij de redeneering, die er toe geleid heeft; zonder te vragen, of ook andere oorzaken tot meerdere of mindere sterfte op de eene of andere der genoemde plaatsen hebben kunnen medewerken, en of niet de goede verpleging van den gezonden soldaat, de landaard, mindere vermoeienis enz., voor een groot deel het hare hebben bijgebracht; die factoren moet men bij statistieke opgaven niet uit het oog verliezen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1870 | | pagina 339