op het gebied der krijgswetenschap niet tot die eerste wordingsperiode, maar slechts tot den tijd van Homerus opklimmen, zal de waarheid daar van echter wel door niemand worden betwijfeld. De mensch toch werd met hartstochten, met verschillende neigingen en behoeften geboren, en uit die verschillende hartstochten vond de oorlog zijn ontstaan. De generaal von Clausewitz beschouwt den oorlog als een tweegevecht in ruimen zin. Aanvankelijk werden dan ook de twisten slechts door een strijd tus- schen enkele personen, later tusschen familiën, vervolgens, naarmate het menschdom steeds in talrijkheid toenam, onder kleine volksstammen be slecht, en eindelijk ontstond de krijg tusschen groote volkeren. Wanneer alzoo bij geschillen tusschen groote natiën, bij conflicten van groote belangen, de weg van onderhandeling ten einde toe is afgeloopen, wanneer dus tegenwoordig de staatkuude hare rol heeft afgespeeld dan wordt de oorlog verklaard, dus tot het geweld of tot de kracht de laatste toevlucht genomen. De Romeinsche geschiedschrijver Sallustius (48 j. v. C.) beweert, dat het bij de oude volken langen tijd een punt van twijfel is geweest, wat bij den oorlog het meest in aanmerking moest worden gebracht, de phy- sieke, dan wel de zedelijke kracht of het vermogen van den geest; of, met andere woorden, de sterkte, de bewapening, de lichamelijke krachten en geoefendheid der strijders, dan wel, in algemeenen zin de invloeddoor eene goede ontwikkeling en toepassing van het verstand verkregen. Hij zegt, dat elke oorlogshandeling door een ontwerp en door beraad slaging moet worden voorafgegaan, en komt daarom, tot het besluit, dat in den krijg, ontwerp en uitvoering in een nauw verband tot. elkander staanniet van elkander gescheiden kunnen worden. De Fransche kolonel Carion Nisas, van wien deze mededeeling uit Sallus- tiu's werken herkomstig is, laat hierop volgen, dat men uit de oorlogen van Cyrus en van de Grieken wel tot de gevolgtrekking is moeten komen dat de moreele kracht, waarmede hij hier hoofdzakelijk het. verstand be doelt, in den oorlog de belangrijkste en zwaarste rol heeft te vervullen. Na deze inleiding kunnen wij hier reeds gevoegelijk ee;,e aanhaling overnemen uit het werk van den Pruisisehen artillerie-kolonel von Decker over de practische //Generalstabs-wissenschaft", welke aanhaling in 't bij zonder het in dit opstel te behandelen onderwerp betreft. 346 Von Clausewitz zegt: //de staatkunde is de schoot waar de oorlog uit voortkomt; in haar liggen zijne lijnen en omtrekken reeds verborgen aangeduid, even als de eigenschappen van het levende schepsel in de kiem zijn opgesloten."

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1870 | | pagina 353