347 Die algemeen bekende militaire schrijver spreekt daarin liet, volgend zeer belangrijk oordeel uit «Zoolang er oorlog' is gevoerd, is er ook een generale staf' geweest, «moet er een geweest zijn; dit ligt in de behoefte, in den aard der zaak «opgesloten. Het is duidelijk, dat, naarmate de oorlogvoering eene meer «wetenschappelijke richting heeft genomen, ook de generale staf die rich- «tiug is gevolgd." Deze meening is door von Decker ter neder gesteld, zonder dat hij de juistheid daarvan door feiten of aanhalingen uit de krijgsgeschiedenis beeft aangetoond; waarschijnlijk omdat hij zoo vast, van zijne stelling was overtuigd, dat hij 't onmogelijk achtte, dat ze ooit zou te wederleggen zijn. Niettemin zullen wij ons thans in de eerste plaats tot taak stellen, na te gaan, welke omstandigheden er noodwendig toe moeten leiden, om ook hij de legers der oudheid het bestaan van eenen generalen staf, of althans iets wat daarmede veel overeenkwam, aan te nemen. Het spreekt wel van zelve, dat de ouden geen generalen staf, zoo als wij ons tegenwoor dig onder die benaming een korps moeten voorstellenbij hunne legers kenden; 't zou onzin zijn, dat te willen doen geloovenmaar 't is slechts onze bedoeling, in ruime trekken aan te toonen, dat de verrichtingendie bij de hedendaagsche legers, zoowel vóór als gedurende het gevecht, spe ciaal aan stafofficieren worden opgedragenook bij de oude Grieken en Romeinen niet over het hoofd werden gezien, zoodat wij ook bij hunne legers, het aanwezen van zulk een afzonderlijk korps, zij het dan ook onder geheel andere benamingen en in engeren zin mogen veronderstellen wanneer dit door de schrijvers van dien tijd al niet bepaaldelijk wordt vermeld. Leert de geschiedenis ons reedsdat de Grieken het eerste beschaafde volk van Europa zijn geweest, en dat daarbij Athene het brandpunt der Gvieksche beschaving was, een onderzoek op krijgskundig gebied toont ons tevens aandat vóór de Grieken geen enkel beginsel of vaste regel bij het oorlogvoeren bestond. Ilérodotus (484408 v. C.) die zich met recht den bijnaam van «Vader iler geschiedenisheeft verworvenen die zijne geschiedkundige beschrij vingen met de veldslagen van Platea en Mykalé heeft besloten, laat daar over niet den geringsten twijfel bestaan. Algemeen is men 't er over eensdat de Grieken ook de eersten zijn geweest, die de zedelijke kracht, waarop wij hiervoren reeds doelden, in 'len oorlog in toepassing hebben gebracht, waarschijnlijk geleid door de ondervinding, die zij in hun aanhoudenden ouderlingen strijd hadden op gedaan.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1870 | | pagina 354