358 Te Weeiien had men Benedeck onbeperkte' volmacht gegeven doch af- keerig om het centralisatie-stelsel zelfs voor een enkele inaal hij dreigend gevaar vaarwel te zeggen, het men hem daarbij echter niet eens vrij in de keuze zijner onmiddellijke omgeving, nog veel minder in de keuze dei- bevelvoerende generaals. Zoo werd o. a. bij de samenstelling van het Boheemsche leger de luitenant-veld maarschalk von Hennikatein, zonder dat Benedeck daarin zelfs geraadpleegd werd, tot chef van den generalen staf bij dat leger benoemd, en, hoewel zeer bekwaam, was Hemn'kstein echter voor die gewichtige betrekking geheel ongeschikt. Dit werd reeds bewezen door de gemaakte overeenkomst, dal hij zich alleen met de leiding der velddrukkerij en der betrekkingen met de vreemde correspondenten zou bemoeien voorzeker een zeer eenzijdige en beperkte werkkring voor den stafchef van een leger, dat zulk een gewichtige rol te vervullen had. Aan het Oostenrijksche noorderleger was nog toege voegd de geaeraal-majoor von Krismanie, met den titel van chef der ope- ratiekansdanj, die in alle militaire zaken eene beslissende stem had. Daar hij nimmer onder Benedeck gediend had, kan men dus ook niet aan nemen dat hij door dezen was gekozen. Reeds den 3den Ju]j; nog v^r dat de slag van Kömggratz eenen aanvang had genomen, werden'Hen- nikstein en Krismanie uit hunne betrekkingen ontslagen, en trad de ge- neraal-majoor von Baumgarten als chef van den generalen staf bij het noorderleger op. De voorafgaande beoordeeling omtrent Benedeck, ontleend aan het werk van den Russischen kolonel Dragomirow, is eenigzins gewijzigd overgeno men uit den Militairen Spectator van 1869. Wij namen die karakterschetsen hier op, omdat wij in de daarbij ver melde bijzonderheden, dus ook in de slechte keuze der opperofficieren van den generalen staf bij het Oostenrijksche leger in Bohemeneveneens een der oorzaken zien van Oostenrijks nederlaag tn al die opzichten was het, zooals wij reeds aantoonden en nog nader zullen zien, bij de Pruisen geheel anders gesteld. Na deze korte uitwijding keeren wij tot het hoofdonderwerp terug, en halen aan, dat de Amerikaansche oorlog van 1861—1865 eveneens be wezen heeft, dat de overwinningen steeds behaald worden door die legers, Nu wij over d.e oorzaken een enkel woord hebben gezegd, mag ook niet «üt het oog «orden verloren, dat door Venetië nog een groot deel van Oostenrijks strijdkrachten tegen Pruisen werd geneutraliseerd. Oostenrijk heeft daarbij dus de groote politieke fout begaan, eerst te laat tot den afstand van Venetië te hebben besloten.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1870 | | pagina 365