362
Verschillende omstandigheden werken er toe mede, om tot dit besluit
te geraken.
Boven alles, de exceptioneele samenstelling en toestand, waarin het leger
verkeert. Zoowel uit het oogpunt van nationaliteit en landaard, als van
maatschappelijke herkomst, beschaving, ontwikkeling, taal, zeden en ge
woonten bestaat het leger uit de meest heterogene bestanddeelenwellicht
is er geen ander leger, dat in dit opzicht met het onze te vergelijken is
Vele onzer mindere Europesche militairen hebben, voordat zij in dienst traden,
reeds een rol op s werelds schouwtooneel vervuld; door een samenloop
van omstandigheden, door ongelukken verhinderd op het door hen ge-
wenschte standpunt in de maatschappij te komen of te blijven, onttrokken
zij zich aan eene soms ook door loszinnigheid of wangedrag onhoudbaar
geworden positie, door een engagement als soldaat voor Oost-lndie. Ter
wijl hier verscheideuen door oppassendheid en ijver weten vooruit te ko
men en zich eene dragelijke positie weten te verschaffen, is dit met de
groote meerderheid het geval niet; het leven op den voet van gelijkheid
met, minder ontwikkelde personen stuit hen aanvankelijk tegen de borst;
zij vinden geen burger-maatschappij, waar zij verpoozing, gezellig verkeer
aantreffen, en bij zeer velen is het eind, dat zij zich aan dronkenschap
overgeven en zedelijk hoe langer hoe dieper vallen.
Het is een feit, dat vele onzer soldaten physiék en intellectueel veel
meer ontwikkeldmaar daarentegen moreel ook meer verbasterd zijn dan
die van andere legers. Zij oefenen daardoor op het moreel gehalte van
de overige soldaten ook dikwijls een heilloozen invloed uit, en zijn niet
gemakkelijk te leiden en onder tucht te houden.
Zulk personeel levert uitstekende soldafen te velde; den dood verach
tend, verrichten zij dikwijls schitterende wapenfeiten; doch in het bezit
van veel temperament, levendige verbeelding, een rusteloozen aard, ver
velen zij zich in de vredesgamizoerienzoeken troost in de fleschen
erlangen daardoor, zoo zij ze niet reeds hebben, veel geneigdheid tot
tegenstreving, verzet en uitspatting, en daarentegen zeer weinig liefde
voor orde en tucht. Zoodoende bezit ons leger en het is er, als zoo-
danigte velde zeker niet minder omeen tal vanin de garnizoenen
onhandelbare sujettendie door de gewone disciplinaire straffen niet te
beteugelen of tot een ordelijk gedrag te dwingen zijn.
Wat de inlandsche militairen betreft; niemand zal geloof ik willen be
weren, dat juist de élite der inlandsche maatschappij ouze gelederen vult;
velen zijn aan amfioenschuiven en aan dobbelen verslaafd, hetgeen weder
leidt tot liederlijk gedrag, goedverkoopeudesertie, diefstal en verzet'
Gewone straffen vermogen hiertegen al zeer weinig; opsluiting schrikt den