363
inlander niet af, en er blijft niets anders over dan de rotting om', evenals
den Europeschen dronkaard, den inlandschen dobbelaar of opiumschuiver
in bedwang te houdeu.
De Afrikanen, voor hunne indiensttreding aan ruwe en harde behande
ling gewoon, in het geheel niet intellectueel ontwikkeld, zijn aanvankelijk
onhandelbare sujetten en geven zich dikwijls aan ergerlijke uitspattingen
over, waartegen alweder de rotting het eenige middel is. Wil men deze
categorie tot goede, aan orde en tucht gewende soldaten vormen, wil men
er in de toekomst dezelfde goede diensten te velde van trekken als tot
nu toe het geval was, dan gelooven wij dat de straf van rietslagen voor
haar niet afgeschaft mag worden, want er bestaat geen ander middel, dat
voor zulke volkomen onontwikkelde natuurkinderen genoeg afschrikwek
kends heeft.
Wanneer wij nu in aanmerking nemen, dat men zelfs bij de meest
Europesche legers, die, wat gehalte van de soldaten betreft, zeker verre
bij het onze vooruit zijn, de rietslagen niet heeft durven afschaffen; dat
men ze bij de Britsch-Iudische armee, dat voor het grootste gedeelte uit
Europeanen, landskinderen, bestaat, na korten tijd weder heeft ingevoerd,
omdatzonder dat, de handhaving van orde en tucht onmogelijk bleek te
zijn, dan gelooven wij dat men er bij ons leger nog wel eens tweemaal
over mag denken, voordat men tot de opheffing dezer straf overgaat.
Men spreekt van het eergevoel onzer soldatendat door deze straf ge
krenkt wordt. Maar zij wordt, zooals men weet, alléén toegepast bij
zware overtredingen, op hen die volgens art. 31 van het reglement van
krijgstucht "door herhaalde overtredingen, ongehoorzaamheid of liederlijk
heid blijken onvatbaar te zijn voor het. gevoel van eer," en in de 2'' klasse
van militaire discipline zijn geplaatst.. Goed oppassende soldaten kunnen
en mogen niet geslagen worden; slagen mogen alleen worden toegediend
aan personen, bij wie alle lichtere straften te vergeefs zijn beproefd. Laten
de zoodanigenzoo zij eergevoel bezittenzorgen niet zoo laag te zinken
dat zij in de tweede klasse geplaatst wordendan wordt dat eergevoel ook
niet door rietslagen gekrenkt.
Dat de straf, bier bedoeld, werkelijk doeltreffend mag genoemd worden,
blijkt uit de omstandigheid dat zeer velenbij wie wangedrag en lieder
lijke dronkenschap gewoonte waren geworden, op wie arrest, provoost-
noch cachotstrafi'engepaard met sluiting in de boeien en onthouding van
de gewone spijzen, geenerlei invloed uitoefenden, eenmaal in de klasse
geplaatst, plotseling en voordat rietslagen zijn toegepast, tot inkeer ko
men, maanden achter elkander een ordelijk gedrag voeren, en dit volhou-