365 den bouw van een groot kampement met hospitaal, officierswoningen enz., en aan onderhoud van het straf- en bewakingsdetachement verbondenom dat die gevolgen hier onzes inziens de hoofdzaak niet zijn, en men, indien de maatregel overigens bepaald nuttig en noodig moest worden geachtdaarover nog zou moeten heenstappen, ofschoon de nu reeds zoo hooge kosten van het departement van oorlog bezwaarlijk eene bedui dende vermeerdering kunnen ondergaan. Boven spraken wij van de humaniteit, die zich ook tegen eene veiee- nigiug van alle slechte sujetten tot een strafkorps verzette. Immers, wij vragen slechts, wat is humaner, den soldaat, die met gewone straften niet onder tucht te houden is, bij zijn korps eene enkele maal met riet- slagen te bestraffen, hem overigens als soldaat te blijven behandelendienst te laten doen zoowel in garnizoen als te velde, hem de gelegenheid te laten zich door onderscheiding voor den vijand te releveeren, dan hem als een verworpeling uit de maatschappij te bannen, alleen met slechte sujetten af te zonderenen enkel strafdiensten te laten doen Zou bovendien zoodanige vereeniging van berispelijke sujetten van allerlei soort er niet toe leiden, dat het moreel der individuen nog dieper zinkt; zouden de slechte eigenschappen der personen niet besmettelijk zijn? In Duropa bespreekt men tegenwoordig de slechte gevolgen van het bestaande ge vangenisstelsel; men beweert, o. i. te recht, dat vele personen als //pas- beginnenden" in het tuchthuis komen om er als //volleerde boeven" weer uit te gaan. Dezelfde gevolgen zouden wij ook hier vreezenwij geloo- ven dat, wanneer de 500 liederlijkste militairen van het leger uitgezocht en bij elkander geplaatst werden, slechts zeer enkele uitzonderingen ooit weer goed oppassende soldaten zouden worden. Wij voor ons hebben de innige overtuiging, dat men de straf van rietslagen bij de korpsen niet kan en mag afschaffenmen beperke haar zoo veel mogelijk, legge ze nooit op dan wanneer hel niet anders kan maar met afschaffing zou het leger, als een geheel beschouwd, waarlijk niet gebaat zijn.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1870 | | pagina 372