371
Maar, intusschen nota nemende van X's mededeeling: «dal er sedert
njaren een verdedigingsplan voor Java is aangenomenin hoofdzaken
ngeheel overeenstemmende met de denkbeelden van Tentof schiet, me daar
te binnen dat ook liet woord geheimzinnigheidmisschien voor X eene
andere beteeken is heeft dan voor mij, evenals met stelselloosheid het ge
val was.
Naar aanleiding van Tenia's op overtuiging gegronde kernspreuk toch
dat het overbekend is, hoe geheimzinnig al wat op Indie's verdediging
betrekking heeft, behandeld wordtzegt X: «dat hij den schrijver doet
■opmerken, dat het niet aangaat, in 18(39 nog altijd te klagen over die
■geheimzinnigheid," en beroept zich tot staving dier opinie op: de Vaijnes
wiens klappen uit de school hem bijna zijn pensioen gekost had, op
Gevers Leuvendie niet onduidelijk te kennen geeft dat er onder de
«andere belangrijke bescheiden", die hij onder zijne bronnen opnoemt,
geweest zijn die niet publiek genoemd mogen worden, en dan ook soms
verklaart dat, er meer van te openbaren dan hij gedaan heeft, niet ver
oorloofd is";
op Weitzel, die door zijne vroegere betrekking van adjudant bij den
legerkommandant beter dan iemand weet, wat er van die liberale illusies
waar is, en, nota be,\te, in den aanhef van zijn opstel schrijft: «ik moest
«ten gevolge der van kracht zijnde voorschriften Java verlaten, zonder
«aanteekeniugen te kunnen medenemen."
Waarlijk, de getuigen hadden gelukkiger kunnen gekozen zijn!
Laat ons nu de getuigen a décharge oproepen.
De Roo van Alderwerelt dringt in zijn reeds genoemd bondig Gids
artikel (dat in 1S6S geschreven werd, dus lang na 't afleggen van de door
X geciteerde getuigenissen) sterk aan op het opheffen der bestaande ge
heimhouding (natuurlijk binnen de grenzen der veiligheid), en spreekt
van de strenge voorschriftendie daaromtrent in Indië bestaan-
Volkomen gelijk heeft de Roo ook, wanneer hij er op wijst, hoe, des
niettegenstaande, sommige bijzonderheden tot in de geringste détails be
kend zijn geworden; maar de door T beweerde geheimzinnigheid is intus
schen door een autoriteit bevestigd.
Want autoriteit blijkt de Roo hier te zijn; hij heeft een blik achter-
de schermen geworpen; hetgeen hij van het ontwerp Egter van Wisse-
kerke zegt, bewijst niet alleen dit-maar ookdat zelfs de Roo niet alles
zeggen mag wat hij weet.
Laat ik daarbij voegen dat ik ten toetentoevan zeer nabij weet, dat,
nog weinige jaren geleden, eeuige Tndische officieren van Batavia een
militair tijdschrift wilden oprichten, indien men van den legerkommandant