375 tig geweest is; want nu missen we de zekerheid, welk systeem door X bedoeld wordt. "Sedert jaren" is, het spijt me liet te moeten zeggen, waarde X, eene zeer oppervlakkige tijdsbepaling, zoo wat in den geest van: «Er was «eens een koning" enz. Nu komt het er wel niet veel op aan, hoe lang dat al geleden is, want X zegt zelf, dat geen sterveling zich om de ge boorte van dat kind bekommerd heeft; maar de man heeft ons nieuwsgie rig gemaakt, wij zouden er wel iets meer van willen weten; en trots het dreigend verbod van de heilige justitia gaan we een onderzoek instellen naar het vaderschap. X van het 'I'. v. N. I, Gevers Leuven, Weitzel en de Roo zijn daartoe uitstekende gidsen; t is een toer 0111 bij zulke bronnen binnen de grenzen te blijven, die we ons gesteld hebben. I.aat ons zien! Uit den Kompagnies tijd kan 't niet geweest zijn; toen stelselden ze nog op de ouderwetsche manier //inet rycksdaelders", en hadden nog veel te primitive projectileu om aan het moderne X-systeern te kunnen denkeu. Zou Daendels de vader zijn? Neen, die heeft z'n kind niet groot zien worden. Maar zijne militaire weg is daar, oin hein toch recht te geven op den titel van vader der strategie van Insulinde, al moest hij z'n kroost, om goede redenen, eene minder degelijke opvoeding geven, dan hij wel ge- wenscht zou hebben. Volgens van Soest had Daendels niet veel op met sommige militaire ideën van ran den Boschdie nu optreedt als dingende naar den rang van 't vaderschap. Hoewel v. d. B. het zwaartepunt der verdediging in midden-Java plaat ste, lag het toch niet in zijne bedoeling, daar in tijd van vrede het leger te concentreeren. Integendeel; dit zou eerst in oorlogstijd moeten geschie den, waartoe o. a. de groote militaire weg achter het gebergte zou wor den verlegd. Bedenkt men daarbij, dat Batavia en Soerabaia beide krachtig verdedigd moesten worden, slaat men ook eens een blik op de kaart van Java, en gaat inen daarna eens uitcijferen, welk gedeelte van de 16000 man sterke krijgsmacht een ondernemende vijand die zich na de landing niet lan ger dan hoogst noodzakelijk ophield, wel in de Toentangstelling ge vonden zou kunnen hebben, dan komt men tot een zeer klein cijfer. De Roo noemt het stelsel v. d. B. een logisch ineengrijpend geheel maar is dit niet etnigzins in strijd met hetgeen dezelfde schrijver onmid dellijk daarop van de gebreken van het stelsel zegt?

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1870 | | pagina 382