378 sterkt moest worden; dat de voltooiing van den militairen weg dringend werd aanbevolen; dat de vesting Soerabaia bleef bestaandat Tjilatjap ook aan de landzijde op ruime schaal versterkt zoude worden; dat in de stelling van Banjoe Biroe verschillende redouten moesten worden opge richt, dat nieuwe wegen naar de Kadoe en Salatiya zouden worden ge maakt. Ik geloof niet, X, dat dit systeem in hoofdzaken overeenkomt met Tento's geconcentreerde illusies niet waar? Ge kunt dus ook dit stelsel niet op het oog gehad hebben in uwe critiek; en aaugezien het nog niet is ingetrokken, moet ik den vader van uw stelsel onvindbaar verklaren, tot dat ge duidelijke opgaven van domi cilie gedaan zult hebben. Nu we toch zóó ver gekomen zijn, nog een enkel woord over 't geen later geschied is. Dat is niet veelten minste voor zoo ver het binnen de grenzen der waarneming valt. Gedeeltelijk zal dit wel daaraan zijn toe te schrijven, dat de legerkommandantendie sedert 1853 optraden, 11. 1. de Stuers van 8wi.et.ei/, Schimpf, Avdresen en Kroegenmet liet stelsel van dat jaar niet allen vrede gehad hebben. Om een bijna volkomen juist begrip van den toestand te krijgen, kan men niet beter doendan zich voorstellendat precies het tegenoverge stelde gebeurd is van 't geen het stelsel van 1853 voorschrijft. Want: Buitenzorg noch Weltevreden zijn versterkt Soerabaia gaat men afbreken; Tjilatjap is niet aan de landzijde versterkt; De redoutes van de stelling Banjoe. Biroe worden niet gebouwdeu aan de voltooiing der wegen is slechts gedeeltelijk gevolg gegeven; Verder is Willem I, en ook Banjoe Biroe, voor zoo ver dit bestond, weer opgelapt na de aardbeving; De nieuwe forten, die zelfs volgens de voorstanders van Willem I noodig zijn, om dit fort te beschermen, zijn er niet; De regeering zetelt nog steeds te Batavia; Het scheppen van een oorlogshaven, door de verdediging van Straat Ma dura of der ïeede van Soerabaia, is nog een onderwerp van overpeinzing I'm toch wordt er lento, God betere 't, een verwijt van gemaakt, dat hij van het verband tusschen onze versterkingen zwijgt Het leger begrijpt nog maar nietwaar de troepenmacht, die volgens de papieren in de 1 oentang-stelling vereeuigd zal zijn, van daan moet komen. De vloot herinnert tot nog toe meer aan het materieel van de Ruijter, dan aan dat van RerrayuL

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1870 | | pagina 385