31 Vau 16 tot IS October verkende de patrouille-aanvoerder de omstreken van Negrie Besar, arresteerde een 201al in den opstand betrokken per sonen, en zond regts en links spionnen uit, om zoodoende achter de ver blijfplaats van Salam te komen. Den 18(leu kreeg hij bericht dat deze te Ivrito (10 palen van Negrie Besar) een jong meisje had geschaakt. llij maakte daarom het plan den li)11™ op te rukken. Èn de con troleur èn de demang van Men gala verklaarden heinwegens ongesteld heid dien tocht niet mede te kunnen maken. Hij liet daarom 15 man van zijn detachement ter hunner bescherming en bewaking der gevangenen achter en begaf zich met de resteerende 20 inan naar Oemboel Ivoendoel. Na een paar uur marchereus kreeg hij tijding dat Salam zich met een klein gedeelte van zijn1 aanhang te Oemboel Passir bevond. Hij veranderde daarop zijn marschrigting en rukte op Oemboel Passir aan; door gidsen misleid, kwam hij daar evenwel eerst aan, toen Salam bereids gevlucht was. Nu men hem evenwel op het spoor was, werd de vervolging den vol genden dag verder voortgezet en bereikte de patrouille om 12 uur Oem boel Djaga Oerip, het laatste nachtverblijf van den opstandeling. Onmiddellijk den marsch vervolgende, arriveerde het detachement om 6 uur te Soekadana, alwaar Salam, beter bekend met de binnenwegenreeds dien morgen om 6 uur was doorgetrokken. Te dier plaatse vernam hij, dat Salam met vrouwen en kinderenbene vens 8 volgelingen, van plan was dien nacht te Negara Batoe, 25 palen van Soekadana te overnachten, ten einde den volgenden morgen over de Soenghaij naar Samangka te outvlugten. De heer van der Goes, die de overtuiging had, dat hij den opstande ling meer nabij was, mistrouwde de mededeeling, dat deze hem 25 paal vooruit zou zijn. llij deed bet daarom, ten einde de hem omringende hoofden te mis leiden voorkomen alsof hij van plan was een paar dagen op Soekadana te verblijven. Naauwelijks was echter des avonds alles in rust, of hij wekte zijne manschappen en begaf zich vergezeld van twee politie-oppassers, die hem den weg zouden wijzen, op marsch. Tegen den morgen bereikte hij de 20 paal verder gelegen kampong Negara Batin. "Veel licht en het daarbinnen heen en werd loopen van wachtvolk met flambouwen deed hem vermoeden, hij Salam eindelijk onder zijn bereik had.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1870 | | pagina 38