32 Ik maakte dus, zoo gaat hij in zijn rapport voort, met de patrouille eene omtrekkende beweging door het aan die kampong grenzende kreu pelhout, waardoor wij ongemerkt op zijde der kampong bij de pagger aan kwamen; in stilte kwamen wij door eene opening in de pagger naar binnen en kwamen daarna kruipende nog een 50 passen vooruit. Ik zag toen midden in de kampong een groote langwerpige loods of sessak (waarin gewoonlijk vergaderingen werden gehouden) geheel verlicht en open, en goed versierd, waardoor zij een feestelijk aanzien had, en een massa volk er in, waarvan verscheidene geheel in het wit gekleed; zij waren bezig hun morgengebed te doeneenige vrouwen waren bezig aan het inpakken van goederen. Ik kon nog niet te weten komen of Radhen Mohamad er in was, ja dan neen; wist ik dit, dan had ik voor de omsingeling een salvo gege ven; verder kon ik onmogelijk de loods naderen, zonder ontdekt te wor denomdat rondom de loods het wachtvolk op en neer liep; waarom ik nog iets verder marcherende, dezelve met den looppas liet omsingelende manschappen het schieten verbiedende; het sein tot schieten zou zijn een schot uit mijn revolver; onmiddellijk nadat de loods was omsingeldwa ren alle lichten daarbinnen uitgedaan, en alles lag plat op de sessak neer. Door het van binnen verscheidene keeren noemen en roepen van Radhen Mohamad wist ik eerst hij er werkelijk in was, waarom ik on middellijk mijn revolver afschoot, op een die van de sessak naar beneden sprong; onmiddellijk daarop vielen er drie schoten van binnen, waarvan er een op mij gericht en gelost was, niettegenstaande ik hun heb laten aanzeggen er niet op hen geschoten zou worden, wanneer zij zich over gaven; hier niet naar luisterende gaf ik last tot schietendat ik echter spoe dig liet ophouden, daar ons vuur toch weinig uitwerkiug zoude geven, aangezien de sessak tamelijk hoog was, en de schoten dus tegen de lig gende balken stuitten; buitendien lagen zij binnen allen plat nêer. Toen de dag goed begon aan te breken en het dus goed licht was, liet ik ze naar beneden komen, en tot mijn spijt ontwaarde ik dat het Radhen Mohamad gelukt was te ontvluchten. Gelukkig was er maar een doode gevallen en een zwaar gewond. Twee volgelingen en zijne oudste vrouw deed ik onmiddellijk arresteeren de rest waren kampongbewoners, die ik dadelijk in vrijheid heb gesteld. In het bivak werden gevonden een 20tal wapens, als geweren, lansen, klewangs, krissen en een massa kruid en lood. Na die arrestatie liet de patrouille-aanvoerder zich op de hoogte' stel len van het omliggende terrein en vernam hij het volgende:

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1870 | | pagina 39