396
De kogel heeft de gedaante als in fig. 10 is voorgesteld-, aan de onder
zijde is een smalle rand a, die eene iets grootere middellijn dan liet overig
gedeelte heeft; deze rand dient om te voorkomen dat er gas langs den
kogel ontsnapt, en tot betere bevestiging van den kogel in de huls. Zij
is te smal om alleen het geleidend gedeelte te vormenivaaroin boven die
rand nog een gedeelte voorkomt, waarvan de middellijn wel minder, maar
toch grooter is dan het kaliber (11 millimeters), en dus ook in de trekken
gedrongen wordt. Het grondvlak van den kogel is vlak, en de kogel
verder geheel massief.
Zoo als reeds vermeld werd, wordt de gasafsluiting bij dit stelsel door
de huls daargesteld. Bij de verbranding van het buskruit wordt de huls,
zonder te scheuren, krachtig tegen den voorkant van het sluitstuk en de
wanden der kamer gedrevenwaardoor het ontsnappen van gas langs die
zijde onmogelijk wordt gemaakt. De uitzetting der huls is, tengevolge
van de veerkracht van het metaal, evenwel niet blijvend; na het ontwij
ken van het buskruitgas vermindert de huls weder in omvang, zoodat zich
eene speelruimte tusschen kamer en huls vormt, waardoor het verwijderen
der laatste gemakkelijk wordt gemaakt.
De afsluiting van achterlaadwapenen kan op verschillende wijzen plaats
bebbenzal die evenwel voldoende wezenzoo moet de sluittoestel aan de
volgende eischen voldoen
1°. bij het vuren moet de afsluiting voor den schutter geen gevaar
opleveren door onvoldoende sterkte van het mechanisme, en moet zij be
hoorlijk verzekerd zijn; bovendien mag het schot niet kunnen afgaan,
vóórdat de sluittoestel geheel op zijne plaats is.
2°. de sluittoestel moet eenvoudig, sterk en duurzaam zijn, zoodat hij
gemakkelijk is te behandelenhet getal stukken moet dus gering zijn, en
herstellingen moge slechts weinig voorkomen, terwijl het wapen niet licht
onbruikbaar mag worden; verder is het voor de gemakkelijke behandeling
mede een vereischte, dat zich aan den toestel zoo weinig mogelijk uit
stekende deelen bevinden.
3°. De afsluiting moet gewaarborgd zijn tegen gasontsnapping naar
achteren, opdat er geen kruitslijm tusschen de deelen van het sluitstuk
driuge.
4°. de werking moet verzekerd blijven, al is het geweer in geen geheel
zuiveren staat, zooals te velde dikwerf voorkomt.
5°. loop en sluittoestel moeten gemakkelijk kunnen uitgenomen en in
elkaar gezet worden.
6". liet stelsel moet toelaten, eene doelmatige patroon te bezigen.