399
ook gebeurde; bad hij een paar maanden langer gewacht, dan ware hij bij
de artillerie aangesteld; in Juni 1839 en in April 1S7U deden er trvee
examen, die nu beiden aangesteld zijn, zoodat er in nog geen vier jaar
7 officieren der artillerie van de school kwamen, en dus hielpen het wapen
voltallig te houden.
Het ongunstige van de twee laatste jaren vindt hoofdzakelijk zijn oorT
zaak in de vrees, van niet spoedig aangesteld te kunnen wordenen. in
het goede succes dat ecu paar scholieren hadden door bij de kavallerie
over te gaan waardoor ze niet alleen spoedig een voldoend examen konden
doen, maar ook kort daarop aangesteld werden.
Deze toestand zal echter niet zoo blijven; de nalezer op de statistiek
zegt, dat de behoefte aan artillerieofficieren door de akademie Ie Breda
voldoende bevredigd zal worden wij durven dit geenszins zoo positief te
beweren, voor het tegendeel vreezen wij; de genie zij ons nu reeds een
voorbeeld, en nu de studie te Breda voor Indië slechts voor de helft ten
laste der indische begrooting komt, voorzien wij dat langzamerhand de
zelfde toestand zal ontstaan als een tiental jaren geledentoen er slechts
weinige officieren uit Breda in Indië kwamen, en men er daarom toe inoest
overgaan, de kosten der studie (e Breda geheel ten laste der Indische
begrooting te nemen.
De cursus is nu slechts twee jaar, maar daaraan gaat eene kostbare en
langdurige opvoeding vooraf; ik doel hier minder op de schoolgelden der
hoogere burgerscholen, deze zijn niet hoog, zelfs zeer matig gesteld, doch
door dc onkosten en het aanschaffen van boeken enz. worden dc uitgaven
toch nog zeer bezwarend. Bovendien zijn niet alle plaatsen in ons land
met zulke scholen van vijfjarigen cursus gezegend; waar dit niet het
geval is, moeten de ouders voor hunne zonen een logies of kosthuis zoeken;
zoo iels kost veelmeer dan de vroegere kostscholenwaar men in den
regel niet meer dan drie jaren was. Ook daardoor zal de akademie voor
veie zonen van fatsoenlijke doch onbemiddelde ouders gesloten zijn.
De nalezer grondt zijne meening tof opheffing der school ook daarop,
dat het voorgestelde doel, om goed ontwikkelde en oppassende onder
officieren een toekomst te openen, niet bereikt wordt, daar de meeste
éléves nimmer onderofficieren der artillerie geweest zijn. Hoewel thans
toevallig de me. ste clèves rechtstreeks als volontair op de artillerieschool
zijn gekomen, zegt dit niets voor het verledene of de toekomst; van de
bovengenoemde 7 aangestelde officieren waren er 5 als onderofficier of
korporaal bij den troep geweest, en wij twijfelen niet, of in verband
met de inrichting te Schoonhoven en liet boveiigeschrevenuzullen onder
officieren uit Nederland komen, met het stellige voornemen, pogingen te