407 kenden de lucht,; dp dotl'e slag, vermengd met het geluid der nedervallende H-roote steenen en de opwekkende stormmarschmet de hoerras der stor menden gaven den omstanders de overtuiging dat eene vijandelijke bentiug, zóó aangevallen, zeker geen weerstand zou bieden. liet is te verwonderen dat men er tot nu toe hij onze Indische oor logen, als het terrein veroorlooft om gedekt zulke mijnen aan te leggen (zooals wij ineenen dat in de Pasoemahlanden het geval was), en als tijd, kruit en steenen niet ontbrekenzoo weinig aan gedacht heeft om dit middel van verdediging als aanvalsmiddel te bezigen. Wij houden het er voor dat zulks goede uitkomsten zoude opleveren. Naschrift. Wij deelen deze opinie geheel. Wij hebben slechts eene opmerking, die de geachte inzender ons wel ten goede zal willen houden we gelooven n. I. 'dat het bepaald voordeelig is om het ae.htervlak der steenmijn, zooveel als de gesteldheid van den grond toelaat, voorover t.e doen hellen, zooals de leerboeken voorschrijven; daardoor worden de stee nen meer allen naar het doel gericht. Nu zal er vermoedelijk eenigzins meer verspreiding der steenen hebben plaats gehad dan onvermijdelijk is. 1 Red. Inwendige dienst. Ter overdenking wordt aanbevolen, ten einde eene stiptere opvolging der bepalingen van den inwendigen dienst te verkrijgen, of liet, niet goed zoude zijn, de kapiteins van politie het recht weder te geven, hun ontnomen bij alg. order n". Gf> van 1S62. liet, prestige van die officieren zou daardoor aanmerkelijk verhoogd, er zou heter gediend worden. De bataillóns-kommaudanten kunnen altijd te gen willekeur of overdrijving waken. Verdedigingswijze in een défilé. ln een der bnitenlnndsche tijd schriften las ik onlangs, dat eene kolonne op een weg, waar het terrein niet, toelaat het front te vergrootenzich tegen eene andere aanvallende kolonne krachtig met vuren verdedigen kan. Men laat de vier voorste afdeelingen tot op 4 passen opsluiten; op 100 pas van den vijand vuurt, de eerste afdeeling en laat zich onmid dellijk daarna op den grond vallen, waarop de tweede vuurt, en zoo ver volgens ook de derde en vierde. Dit denkbeeld scheen mij -- vooral wanneer de troepen des verdedigers nog met. troinplaadgeweren bewapend zijn, zoo goed toe, dat ik het reeds verscheidene malen met losse patronen heb beproefdsteeds met het beste

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1870 | | pagina 417