411
Gedurende den korten oorlog op Corsica werden, weder eenige stafoffi
cieren aangesteld, doch, ouder gewoonte, na den vrede van 1769 afge
dankt; daarna kwam dit korps geheel op den achtergrond.
Toen dan ook in 177S de oorlog met Engeland over de Vereenigde
Staten van Noord-Amerika uitbrakwas Frankrijk zonder stafofficieren
die wel is waar weder werden aangesteld bij het kleine leger, dat ter hulp
naar Amerika werd gezonden, en ook om dienst te verrichten bij de te
Vossieux, Saint-Omer en op de kusten van Bretagne gekampeerde troe-
penafdeeliugenmaar die officieren, geheel zonder krijgservaring en zonder
voorafgegane degelijke opleiding, waren niet voor de hun opgedragen taaie
berekend.
Dit gaf bij den vrede van 1782 aanleiding, dat ook daarna eenige staf
officieren in dienst werden behoudenen ofschoon dit slechts de schijn
was van wat het werkelijk wezen moest, zoo koude men daardoor bij
het uitbreken der revolutie toch over enkele bekwame stafofficieren be
schikken.
Het militair comité der constituëerende vergadering werd echter be-
heerscht door eenige jonge menschen, die, weinig of geen kunde bezit
tende, toch naar bevordering en onderscheiding haakten. Gevoelende, dat
die onkunde en hun jeugdige leeftijd hen ongeschikt maakten voor de
toen bestaande stafbetrekkingen, waartoe in elk geval ondervinding ook
een eerste vereischte was, wisten zij hunne eerzucht te voldoen, door bij
decreet der constituëerende vergadering van 5 October 1790 de opheffing
der drie bestaande staven te bewerken, en daarvoor eenvoudig adjudanten-
generaals in de plaats te stellen. Om daartoe te gerakenmoest vooraf
de in 1762 aan den hertog de Choiseul aangeboden en hiervoren reeds
besproken memorie weder worden opgerakeld.
Bij gemeld decreet werd de dienst en werkkring dezer stafofficieren be
paald afgebakend; tot dusverre waren déze slechts door het gebruik gere
geld, hetgeen dan ook den weg tot allerlei willekeur en oneénigheid had
geopend.
Toen in 1792 de oorlog aan Oostenrijk was verklaard, zag men de
onmogelijkheid in, om aan de adjudanten-generaals de leiding der operatiën
en de dienst bij de legers toe te vertrouwen, waarom dan ook tot de
benoeming van stafchefs werd overgegaan, waaraan voormelde adjudanten
ondergeschikt warenterwijl het geheele korps onder éénen algemeênen
chef werd gebracht.
In April 1792 en in 1798 werden nieuwe voorschriften voor den staf
dienst gegeven, niet alleen ter nauwkeuriger bepaling en uitbreiding van
dien werkkring, maar ook om bij dat belangrijke dienstvak onbruikbare