412 sujetten te weren, die zich door gunst en intrigue daarbij eene plaatsing hadden weten te bezorgen Het comité du salut public, overtuigd van de noodzakelijkheid 0111 den generalen staf aanzienlijk uit te breiden en te verbeteren, waarschijn lijk om aldus het minder goed gehalte der eerste republikeinsche legers, die vele ongeoefende soldaten telden, eenigzins te vergoeden, gelastte het samenstellen eener volledige instructie, ter regeling van dien dienst, waarbij tevens partij moest worden getrokken van alles, wat bij de reeds genoemde oorlogen als nuttig was voorgekomen. Niet vóór het 4C jaar der republiek (1795) kou de generale staf op eene uitmuntende samenstelling aanspraak maken; het korps bestond toen uit zeer bekwame en verdienstelijke officierenterwijl de onbruikbare su jetten langzamerhand daaruit waren verwijderd. Eene wet van September 1798 bepaalde, dat het aantal stafofficieren 1 lü zouden bedragen. Het is natuurlijk, dat een legerhoofd als Napoleon, die het belang begreep van eenen goeden generalen staf te bezitten, bij dat korps nog vele verbeteringen heeft ingevoerd. Op voorstel van verschillende bekwame generaals van liet eerste keizer rijk werden in 1818 de speciale staf korpsen opgericht, en daaraan sedert toegevoegd de geographische ingenieurs, terwijl de dienst der stafofficieren met topographische en geodesische werkzaamheden werd vermeerderd (f). Volgens het koninklijk besluit van 6 Mei 1818 bestond het korps van den koninklijken generalen staf uit: 30 kolonels (chefs van de staven der divisiën, sous-chefs van de gene rale stavenen eerste aides-de-camp der maarschalken en opperbevelheb bers)30 luitenant-kolonels; 100 bataillons- en eskadronschefs; 300 kapi teins, 76 luitenants, regimentsadjudanten, en 45 tweede luitenants, élèves; totaal 581 officieren. Bovendien had men nog een afzonderlijken zoogenaamden generalen staf (eigenlijk den grooten staf) bestaande uit: 3 kolonel-generaals, 12 maarschalken des rijks, 14 luitenant-generaals (gouverneurs), 130 luitenant- generaals (in de militaire afdeelingen, bij de garde, inspecteurs der infan terie, kavallerie, artillerie, genie, gendarmerie enz.) en 290 veldmaarschal ken of generaals-majoor. Het was voornamelijk de gevierde maarschalk Gouvion St. Cyr, die de Zoo iloelt de generaal Grimoard 0. a. het bestaan van eenen brief mede van d^i generaal Dumonriez, waarin deze aan den minister Pache verwijten doet, van een gewezen danseur der opera als adjudant-generaal naar liet leger te hebben gezonden. (t) Eerst onder Lodewijk XIV schijnt de topographic in het leven te zijn geroepen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1870 | | pagina 422