440
is, tengevolge van ver maagschapping als anderszins; de toenadering is zelfs
groot te noemen.
Bij het hof van pangerang Mangko Negoro bestaat niet alleen eene
fijne inlandsche beschaving, maar door het voorbeeld en het voortdurend
streven van dien vorst, om het goede van de Europesche gebruiken en
gewoonten over te nemen en bij zijne onderhebbenden in toepassing te
brengen, heeft hij bij zijne omgeving en bij zijne onderdanen een geest
van orde, beschaving en kinderlijke ondergeschiktheid weten op te wekken,
waarover men verbaasd staat.
Door zijne manieren, wijze van doen en geestelijke ontwikkeling heeft
hij zich persoonlijk op eene hoogte gesteld, welke bewondering en achting
van een ieder, die hem heeft leeren kenuen, afperst. Hij is een warm
en degelijk vriend van Europeanen, die zich waardig toonen tot een meer
beschaafd ras te behooren; zonder zulks te doen blijken, heeft de Pange
rang echter afkeer van allenwier handelingen en karakter van dien aard
zijn dat zij onder het peil vallen van den minder beschaafden inlander.
Zijne redeneeringen zijn zuiver, en dadelijk merkt men op dat hijzooveel
het in zijn vermogen lag, zich op de hoogte gesteld heeft van den tijd
waarin wij leven.
Veelwijverij, amphioenschuivendobbelen wordt door den Pangerang
ten strengste tegengegaan; opvallend is het, als men het onderscheid ziet
tusschen het gehalte der onderdanen van Mangko Negoro en die van den
Soesoehoenan. Huizen, wegen, bruggen, tuinen, landerijen zijn in het
Mangko Negorosche in den besten toestand, en overal heerscht er bij de
ingezetenen eene welvaart en eene tevredenheid, welke genoegzaam aan-
toonen, dat eene zachte maar tevens strenge vaderlijke hand den scepter
zwaait.
Zeer goed is het dan ook te begrijpen, indien men die orde nagaat waarbij
liet slaafsche niet ontwaard wordt, dat Mangko Negoro, die in zijn hart
militair is, het legioen, wat oefening, uiterlijk voorkomen, deugdelijkheid
en tucht betreft, op zoodanige hoogte heeft weten te brengen, dat zijne
troepen, althans voor zooverre infanterie betreft, gelijk kunnen gesteld
worden met onze beste korpsen, terwijl er tusschen minderen en meerderen
onderling een geest heerscht, welke bij eenen oorlog de beste resultaten
doet verwachten.
Alle officieren hebben de uoodige kennis van theorie en practijk der
exercitiereglenientenallen zijn met elkander en ook met den Panirerang
vermaagschapt, dus van hoog adellijken afkomst, waardoor het prestige te
genover minderen overwegend groot is, en gehechtheid en eerbied in tijd
van oorlog tot zelfopoffering en uitstekende daden leiden zullen.