441 Mangko Negoro is zeer vermogend, en daarbij de afgod van het volk; ook zijn invloed in de Vorstenlanden is groot te noemen; dit zij genoeg gezegd, om te kunnen nagaan, wat de onderdanen voor hem doen zullen als het er op aankomt, om zijne belangen en zijn welzijn te behartigen. De zucht om in dienst te treden is bij de kinderen van dien aard, dat zij met smart naar hun 16e jaar verlangen, de leeftijd waarop het hun vergund is, zich bij voorkomende vacaturen in het soldatenpak te mogen steken. In afwachting van dat voor hen zoo gelukkig oogenblik, oefe nen zij zich in voorbaat zoodanig, dat de recruten-tijd zeer kort is. Officieel is de sterkte van het legioen: 1 bataillon infanterie, batterij, en 1 kompagnie kavallerie, welke steeds op groot compleet kunnen ge houden worden, omdat zich liefhebbers in overvloed voordoen om de eer te hebben in de gelederen van het legioen te tredenvelen wachten met ongedulddat zich daartoe eene vacature opdoet. Op hen, die eens in de gelederen zijn, rust de verplichting, gedurende drie jaren te blijven dienen; al zijn zij 'ook van geringe afkomst, kunnen zij toch tot den graad van sergeant bevorderd worden, met het vooruit zicht omna eenige jaren trouw gediend te hebbende eene of andere betrekking te erlangen, waardoor hun een geborgen oude dag bezorgd wordt; dezelfde toekomst is ook voor den korporaal en den soldaat weggelegd. Handgelden en verhoogde soldij zijn bij het legioen onbekend; ook de uitkeering van pensioen staat geheel aan de goedheid van den pangerang^ terwijl de tractementen zeer gering zijn. Toch bestaat er immer ruim schoots en goed stof, om het legioen meer dan voltallig te houden, en gaan velen zelfs tegen hun wil uit den dienst, om plaats voor jongeren of begunstigden te makende beste en bekwaamste sujetten onder de gegra dueerden echter, tracht men zoolang mogelijk in de gelederen te houden. Door de sterke zucht om militair te wordende wijze van indiensttre ding, goede behandeling, onbeperkten eerbied voor meerderen en eene goede toekomst, kan met zekerheid worden aangenomen, dat in tijden van gevaar en met den wil van den pangerang, het legioen op eene stérkte zoude kunnen gebracht worden van 10 bataillons infanterie, vier batterijen en vier kompagniën kavallerie want aangezien liet Mangka Negarasche 300000 zielen telt, zullen hieronder wel minstens 12000 mannen gevonden worden, die vroeger bij het legioen gediend hebbenen dus in den wapenhandel bedreven zijnworden deze naar behooren door het gouvernement gewapend en geëquipeerd, dan zullen wij in het legioen een contingent vinden, waar door het leger op voldoende sterkte kan gebracht worden, om zoo noodig eene goed uitgeruste buitenlandsche krijgsmacht van 20000 man geducht het hoofd te kunnen bieden. 29

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1870 | | pagina 451