450 slagen, door de officieren van gezondheid Ellenrieder, Wassink, Buning Seminelink, van Andringa, le KlittePauli, Luchtmails, van der Mijll Dekker en Beijen in het Geneeskundig Tijdschrift gepubliceerd, op eene ongewenschte wijze zijn ingekort, en dat juist in het weggelatene de op merkingen te vinden zullen zijn, die vrucht konden dragen voor de toe komst. Alleen de verslagen der drie laatstgenoemden maken hierop in meerdere of mindere mate uitzondering. In het begin van September 1S68 ontving ik de aanschrijving, met den officier van gezondheid 2e klasse Berghuis van Woortman de expeditie naar Bali, onder bevel van den majoor der infanterie van lleemskerckte ver gezellen en mij den 12llcn ter beschikking van deze te stellen. Er werden mij overgegeven 2 medicijn-kisten, model Lett. B, 2 lederen veld-verbandtasschen2 kisten met medicijnen en eenige instrumenten, n.l.een stel metalen bougies, twee slagatlerhakeneen kogeltrekker van de Mooij, een trois- quart, eenige medicijnlijsten en ziekenrapporten. Dit is alles wat omtrent voorbereidende maatregelen inrichting van ambulance, intendance etc. ter mijner kennis kwam. Mijne meening om trent mede te nemen medicijnen of instrumenten werd niet gevraagd, en zoo ontstond de zonderlinge verhouding, dat een geneesheer werken moest met de middelen, door anderen opgegeven. Heeft dan niet ieder zijne eigene wijze van toedienen, middelen die hij bij voorkeur gebruikt, en dweept niet vaak de een met datgene wat de ander verwerpt? Wordt dus een militair arts op expeditie in 't bezit gesteld van geneesmiddelen, welke hij zelf niet heeft gekozen, zoo komt hij dikwijls in onaangenamen tweestrijd met zich zelf, wanneer hij moet voorschrijven wat hij liever zag vervangen door iets anders. Mijn verzoek, om vooraf eenige morphine en pulv.-doveri-poeders door den apotheker te doen gereed maken, werd geweigerd, en ik mocht zelfs na de overname niet over die zaken beschikken, ten einde ze zelf nog vóór mijn vertrek te bereiden. Toen we te Teboengkoes ons bivouac opsloegen, eischte de verdediging eene plaatsing der bamboezen loodsen in den vorm van een vierkant, met eene opene zijde welke naar het strand was gekeerd. De naar buiten uitkomende zijden moesten geheel open blijven om bij nachtelijken overval terstond bij de hand te kunnen zijn; daardoor waren de troepen zeer blootgesteld aan de nachtkoude en de valwinden van de bergen. Nooit kunnen wollen dekens meer op hare plaats zijn dan bij gelegenheden als deze; de meeste officieren, beter gevoed, gekleed en gehuisvest als zij

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1870 | | pagina 460