462 weren aanleiding geven? Tk voor mij zou het meer op de zijde van de Chinezen houden, dan op die der andere Oosterlingen. Lang genoeg hebben onze gestaarte medebewoners het vette van de aarde genoten; het wordt meer dan tijd, dat aan die voorrechten en dat goede leventje een einde wordt gemaakt, door die niet te verantwoorden uitslui ting van wapenen te dragen te doen ophouden. I)e grootste kapitalen, de schoonste ondernemingen, landerijen en fabrieken zijn in handen van de heeren Chinezen; bijna allen zijn handelaren, en bezitten in grootere of mindere mate fortuin, dus zonder onderscheid hebben zij er belang bij, dat de koloniën in onze macht blijven. Zij begrijpen ook zeer goed, dat, bij een opstand van den inboorling het met hun voordeeligen toestand gedaan zoude wezen, indien deze de overhand kreeg; ook als een andere ovèrheerscher in het bezit van de koloniën geraakte, zullen de Chinezen het bepaaldelijk niet zoo goed heb ben als bij ons. Van alle zijden beschouwd, kunnen de Chinezen in hun eigen belang niet anders handelen, dan onvoorwaardelijk onze partij te kiezen, en dit zullen zij ook zeker doen, door naast en met ons den vijand te bestrijden. Wel is waar hebben zij nu eens den naam van niet dapper te zijn, en dus volstrekt geene militaire waarde tc bezitten, maar op welke gronden steunt nu die bewering? Hebben de Chinezen op Borneo's Westkust, hoe slecht gewapend ook, onze troepen in liet begin niet flink het hoofd geboden? Leveren de gedurige oorlogen in China geen genoegzaam bewijs op, dat de Chinees strijdlustig is, en bij goede aanvoering zich dapper gedraagt? Waarom zou datzelfde ras, op Java gevestigd, nu niet voor soldaat deugen De reden hiervan zoude alleen daarin te vinden zijn dat wij die lie den verwend hebbenen zijtengevolge van onze te groote toegevendheid, verwijfd zijn geworden, maar hierin kan zeer spoedig verandering worden gebracht. Hoewel hun het in dienst treden niet wordt toegestaan heb ik toch drie Chinezen in de gelederen gekend: Teking, Oei Kim Soei en een derde waarvan mij de naam ontschoten is; zij waren zeer goede soldaten; eerst bedoelde is in het Palembangsclie gesneuveld. Van mijne zijde zou ik er sterk voor zijn, den militairen dienst van de Chinezen verplichtend te maken, en dat wel op de volgende wijze: Allen zullen van hun lSr tot hun 20l! jaar in de gelederen dienen en bij de bataillons worden ingedeeld, die in de nabijheid van de plaats hunner inwoning garnizoen houdeuhierna moeten zij gedurende elk der

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1870 | | pagina 472