467 zal liet den vijand alléén met groote opofferingen mogelijk zijnotri op Java's kusten tot cene landing over le gaan. Mij is het natuurlijk niet te doen om eene aardrijkskundige verhande ling met den lezer te houden, en ik wil mij daarom bepalen tot eene algetneene sehets van het terrein, gelijk dit zich op de in den handel verkrijgbare onduidelijke kaarten van den archipel voordoet. Hoe onvolledig ook, .kunnen wij toch ten naastenbij nagaan, welke voordeden het veelal bergachtige terrein van de verschillende eilanden bij eene verdediging kunnen opleveren. Reeds werden de vermoedelijke punten van ontscheping in liet alge meen aangegeven; nu dienen wij na te gaan in hoeverre, bij een debarke- ment van den vijand, op het terrein als bondgenoot van den verdediger kan gerekend worden. Van het eiland Sumatra kan alleen de verovering van het gouvernement van de westkust eenig voordeel aanbrengen, en met kansen op een goeden uitslag beproefd worden. Wat het bezit van de overige deelen van het eiland betreft, zijn deze bij eene veroveringsoorlog voor den vijand van niet de minste waarde: terwijl bovendien de bijna ondoordringbare landende voor ontscheping ongeschikte kusten, de geringe opbrengsten van het land, dc schnarsche bevolking en de ongezondheid der streken, omstandigheden zijn, welke allen aan een veroveringsleger groote nadeden moeten berokkenenen den met het terrein bekende, tevens aan het klimaat gewendenverdediger met geringe macht in staat zal stellen, zich tegen eene groote overmacht staande te houden; dus eene onderneming tegen andere gewesten op Sumatra van het gouvernement van de westkust, zoude altijd eene dwaasheid zijn. Op het eiland Java, waarvan de kusten op zoovele plaatsen genaakbaar zijn en tegen ontscheping slechts geringe bezwaren opleverenis het. ter rein echter overal uitstekend voor verdediging geschikt. liet noorder-, wester- en oosterstrand is veelal vlak, maar sterk door sneden met rivieren en beken, op vele plaatsen moerassig, bedekt door rijstvelden, suikerriet tuinenbosschenstruikgewas, en daarachter het ge bergte, dat op vele punten met zijne hellingen liet strand op geringen afstand nadert. liet zuiderstrand wordt bijna geheel door hoogten en steilten beheerschl of door wildernissen ontoegankelijk gemaakt; alleen een gedeelte tusscheu Patjitan en Tjilatjap komt mij vrij zwak voor, en hiertegen kunnen maat regelen worden .genomen. Het zal eene vijandelijke legermacht, zelfs van 20000 man, wien het gelukt is ergens te ontschepen, groote moeite en opoffering kosten om

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1870 | | pagina 477