476
die posten een paar djajang-sekars als ordonnancenom de berichten
spoedig over te brengen.
Door liet nemen van dezen eenvoudigen voorzorgsmaatregel, kunnen wij
verzekerd zijn, dat de bedoeling des vijands, 0111 ergens te ontschepen,
overal minstens drie uren vroeger bekend is, dan het oogenblik waarop
hij daarmede een begin maakt; dus tijdig genoeg, 0111 de troepen op het
aan te vallen punt, positie te doen nemen en anderen tot versterking-
te laten aanrukken. Bij het geregeld bericht ontvangen van die obser
vatieposten worden de bevelhebbers op de hoogte gehouden van het ware
doel des vijands, en kunnen zij dus nagaan, welke troepen op hunne
standplaatsen dienen te blijven, en welke korpsen naar de bedreigde punten
kunnen gedirigeerd worden; vooral indien met zekerheid kan worden aan
genomen, dat de geheele macht des vijands op een of meer punten van de
kust aanwezig is, en tot een debarkemeut overgaat, zal de taak van den
opperbevelhebber zeer vereenvoudigd worden, heeft hij de troepen meer in
de hand, en kan hij deze zonder dralen naar die punten doen opmar-
cheerenwaar hunne verschijning het nuttigst zal zijn.
Om nu met meerdere zekerheid de kansen tot goedgelukken tegenover
die van den vijand te stellenheb ik aangenomendat wij met de
Engelschen te doen kregendie met 20,000 man landingstroepen een aan
val op Java komen beproeven.
Laat ons nu verder veronderstellen, dat het de marine niet gelukt is de
vijandelijke vloot van de kusten af te houden, en dat zij, tengevolge van
ondergane verliezen, genoodzaakt is voor eenigen tijd den strijd op te
geven, en de wijk te nemen naar de vluchthavens.
Dat de Eugelschman nu zonder kleerscheuren van de verschillende zee
gevechten afgekomen is, mag niet worden aangenomenevenmin dat er onder
de landingstroepen geen zieken zouden wezenop het gunstigst berekend
kan gesteld worden, dat bij het ontschepen die troepen op 16000 valide
manschappen zijn teruggebracht, en nemen wij nu, iot meerdere overeen
komst met de sterkte van ons leger, aan, dat het vijandelijke bestaat uit
18 bataillons, 8 batterijen en 8 kompagniën kavallerie, waarmede de landing
op de twee voor ons gevaarlijkste punten tegelijk wordt beproefd, name
lijk met de eene helft ter hoogte van Pekalonganen met het andere
gedeelte aan de zuidkust, op een punt in de nabijheid der Vorstenlanden
met het doel zooveel mogelijk gelijktijdig naar Bojolalie op te rukkenwaar
verondersteld wordt dat onze hoofddepots aanwezig zijn. Dit doel zou, bij
medewerking van de bevolking van Djokja en Solo, zeer uitvoerbaar wezen
en dan zouden verschillende gedeelten van ons leger met overmacht kunnen
worden aangetast; maar aangezien wij vermeenen te mogen aannemen, dat