486 onder allerlei omstandigheden gezond kunnen blijven maar het streven van eenen goeden gezondheidsdienst zij en blijve, om te beginnen met het begin, en den gezonden militair buiten het hospitaal te houdenomdat het in alle opzichten veel gemakkelijker .is ziekten te voorkomen, dan te genezen. De bron der ziekten moet gepeild en bekend gemaakt worden Bijaldien de //service de santé" de kampementen en forten enz. met kennis van zaken, met ware belangstelling, dag en naclit gadeslaat, zijnen tijd onver deeld aan liet departement van oorlog toewijdt, dan verwachten wij de volgende uitkomsten 1.) dat de hospitalen, vooral op de hoofdplaatsen, ruimer worden; 2.) dat de geneeskundige behandeling in die hospitalen behoorlijk kan ge waarborgd worden en 3.) dat het gebrek aan militaire geneesheeren allengs zal afnemen. Zoo als nu de gezondheidsdienst ingericht is,, kan het niet andersof die moet eene zeer onvoldoende verpleging in de groote hospitalen na zich slepen niette genstaande daaraan meer en meer zware oilers gebracht worden. Een //service de santé" zal ook in Nederlandsch-Indië de voorkomingsleer niet in practijk kunnen brengen zoolang de administratie zulks belet. Het is toch aan haar te wijten dat de chef over den militairen geneeskun digen dienst tot dus verre zijne verhouding tot het leger niet goed begrepen heeft; en om op de niet behoorlijke vervulling zijner militaire plichten te kunnen blijven rekenen, wijzen wij slechts op zijne verhouding tot het departement van Onder wijs, Eeredienst en Nijverheid! Onze bede is, dat Reinwardt's geest op het hoofd van liet Departement van Onderwijs, Eeredienst en Nijverheid nederdale, en dat de chef van den militairen geneeskundigen dienst met zijn uitgebreid personeel zich onverdeeld toewijden kunne aan de belangen van het Nederlandsch-Indisch leger. Wordt die bede éénmaal verhoorddan zal de administratie alras inziendat de //service de santé" 's lands schatkist minder uitput, dat een éclatante genees kundige dienst, die steeds klagende ovtr zijn onmacht voortleeft!" FT et is hier blijkbaar een gildebroeder die oordeelt; de beslissende tonn van het geheele. stuk laat daaromtrent geen twijfel. Toch zal ik mij weder veroorlooven enkele bedenkingen in liet midden te brengen. //Een zieke Europeaan heeft noodig 15 Q of 75 kub. ellen ruimte, //met de noodige vloer-, wand- en nok-ventilatie". Waar komt die stelling van daan? Ik wil gaarne gelooven, dat men te Calcutta misschien nog meer ruimte aan de zieken geelt, maar is dat voor de noodzakelijkheid een bewijs? Heeft de ondervinding dan geleerd, dat in onze hospitalenwaar op 6 Q ellen en 60 kub. ellen per man gerekend wordt, de zieken niet genezen of minder spoedig genezen wegens

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1870 | | pagina 496