487 gebrek aan een genoegzaam zuiveren dampkring? Eerst wanneer dat be wezen is, mag men in eene goede huishouding besluiten tot het doen van meer uitgaven. Door mijne betrekking heb ik meermalen en op verschillende tijden de hospitaalzalen bezocht, maar nimmer is het mij opgevallen, ten minste niet daar, waar de straks genoemde eisch van 30 kub. ellen was in het oog gehoudendat het in die zalen benauwder of minder frisch was dan in de meeste particuliere ziekenkamers. Dit is trouwens wel te begrijpen, bij die van alle kanten door ruime deuren en ramendikwijls ook door gebroken zolders en dakengeheel aan den invloed der vrije buitenlucht opengestelde, vertrekken. Men leide daaruit echter niet af, dat ik alle ziekenzalen in Indië goedkeur, verre van daar; want met L. en TI. ben ik van oordeel, dat Willem I. een slecht hospitaal bezat; maar ik trek alleen te velde tegen de neiging om te overdrijven; eene neiging, die in de laatste jaren niet alleen in dit opzicht, maar ook in vele andere den tijdgeest kenmerkt' Men behoeft bij 75 kub. ellen niet stil te staan, daarvoor is geene enkele reden, hoe ruimer hoe beter, men kan evengoed 150 kub. ellen nemen; doch men vergeet daarbij den stelregeldat men met beperkte middelen zich moet bepalen tot het noodige, en dat in iedere maatschappij of ver- eeniging, zoowel als in iederen staat, waar die stelregel uit het oog verloren wordt, men zich, wil men niet met een bankroet eindigen, in andere opzichten van het noodige onthouden moet, om in enkele aan luxe toe te geven. In bet //verknoeide hospitaal" te Weltevreden zouden dus, zegt 7/., slechts '250 lijders mogen verpleegd worden 1 Waaromdoor wien en hoe dat hospitaal verknoeid is, wordt niet gezegd. Misschien wel door het aanbrengen van gaslicht? Laat ons echter II. niet lastig vallen over deze bijzondere meening. Hi] geeft ze ook alleen als zoodanig, zonder iets te bewijzen, of zelfs aan te toonen; en hij zal dus ook wel niet verlangen, dat meu er veel waar de aan hechte. Ik ga dus verder, en stel met hem de vraag: //Wat daaraan te doen, klagen, gebieden of berusten"? Berusten is zijn antwoord. Waarom is dat antwoord berusten, en niet gebieden of nog liever handelen Omdat hij zich-zelf bewust is, dat hij overdreven eischen stelt, omdat hem de berusting even billijk voorkomt, als ze u en mij toeschijnt, wauneer we ons niet door Preangers of Makassaren kunnen doen trekken maar toch met een paar goede Javaantjes komen waar wij wezen moeten. Niet berustenzou hij met mij en anderen zeggen, wanneer hij alleen

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1870 | | pagina 497