491
genomene vergelijking lezen tusschen den gezondheidstoestand der JEngelsche
troepen in Indië en der Eransche troepen in Algiers, welke vergelijking
zeer ten gunste der laat sten uitviel. Aan niets anders werd dit betere
resultaat door den schrijver (een En'gelsch officier) geweten, dan aan
het in Algiers bestaan van militaire atelierswaarin de soldaat de uren,
welke hij van den dienst vrijhield, doorbracht, en waar hij zijne niet te
groote inkomsten vermeerderde, om zich, hetzij door den aankoop van
kleine gemakken liet leven te veraangenamen, hetzij om een stuiver op te
sparen, waarmede hij na het eindigen van zijn militair verband, door
middel van het ambacht, dat hij gedurende zijnen diensttijd niet had ver
leerd o( dat hij soms had aangeleerd, in staat was, zich ook in het burger
leven weder op zijn gemak te stellenzoodat op die wijze voor menigeen
de militaire dienst de oorsprong was van lateren voorspoed en welstand.
Waarom zoude men dit niet evenzeer in Indië kunnen hebben Er
zijn er toch in onze dagen slechts weinigen meer, die van meening zijn,
dat het handwerk den soldaat in waarde vermindert, en dat men alléén
soldaat moet zijn om een goed soldaat te kunnen wezen.
Neen, juist hier in onze koloniën, waar oppassende oud-soldatendie
een ambacht kennen, zoo goed in het burgerleven passen, waar op vele
plaatsen die nijvere kaste van handwerkende kolonisten geheel ontbreekt
en waar ze toch aan de eerste ontwikkeling, zoowel van den kleurling
als van den inlander, zooveel goed zouden doen, juist hier zoude het de
plaats zijn, om die verbetering uit het leger te trekkenen daardoor tevens
het leger iti waarde te doen toenemen.
En ook voor hendie geen ambacht kennen en den noodige aanleg
missen om het te leerenzullen wij bezigheid en nuttige bezigheid genoeg
kunnen vinden in een land waar Drusus nog zoovele kanalen zou weten
aan te leggenen waar de ook voor militaire doeleinden zoo noodige
spoorweglijnen nog in hunne geboorte zijn. Geloof mij vrijde organisatie
van de ateliers en de directie van het werk zal eenige moeite kosten
waartegen echter niemand der officieren zal opzien integendeel door velen
zal dit welkom geheeten worden; maar die moeite zal worden beloond,
want bet materieel welzijn van het leger zal aanmerkelijk vooruitgaan terwijl
het militair gehalte der soldaten er toch niet door zal verminderen. Men
neme eene proef in dien geest met een der korpsen in de bovenlanden,
die toch onze groote garnizoenen der toekomst zijn, en men zal den
goeden invloed spoedig bemerken.
Dit is mijns inziens de hoofdzaak, van hetgeen wij materieel kunnen
bijbrengen, 0111 den leefregel van den soldaat te verbeterenwat nu moreel?
Het zij verre van mijte beweren, dat de dronkenschap in ons Indisch