499 eenig krachtwerktuig, zal voor de exercitiën der vesting artillerie weinig nut geven; de scholieren dienen dan voor de exercitiën te Weltevreden te koinen hetgeen telkens een tijdverlies van 2 x 3 palen afstands zal veroorzaken. Evenmin zien wij de noodzakelijkheid in, om de volontairs eerst bij den troep in dienst te laten treden, om, nadat zij onderofficier geworden zijn op de artillerie-school te mogen komen. liet moge in het algemeen zijn nut hebben, dat iemand, die soldaat wil worden, ook onder soldaten debuteert, doch hier in Indië is daar veel tegen. Het Indische kazerneleven toch is zoo geheel eigenaardig en zoo geheel verschillend met het Europesche, dat wij het voor jongeliedendie nog niet goed beseften, wat van hen later als officier in de samenleving gevorderd wordt, in vele opzichten zeer gevaarlijk vinden. Bij de infanterie treden de volontairs wel is waar bij den troep in dienst, doch zoodra zij afgeëxerceerd zijn, komen zij op den cursus. Ook bij de artillerie zoude alsdan eene voorbereidingsschool dienen te wezen, die natuurlijk wetenschappelijker moet zijn dan bij de infanterie. Deze school zoude ook niet met de kaderschool vereenigd kunnen zijn, zoodat men dan eigentlijk in twee scholen zoude gaan vervallen; doch hiervoor zal nu weder het aantal aspiranten, in vergelijking met de infan terie, te gering zijn. Neen, wij zouden de school één geheel laten uitmaken en haar zoo trachten in te richten, dat én het practische én het wetenschappelijke behoorlijk onderwezen werd. Vooreerst zoude elk jaar een ad missie-examen plaats moeten hebben, zoowel voor indiensttredende volontairs als militairen, en niet zooals nu, telken* als een candidaat zich aanmeldt, waardoor toch het geregeld on derwijs belemmerd wordt. Over dit examen spraken wij reeds vroeger met een enkel woord het zal overbodig zijn dit programma hier geheel te formuleeren. Behalve de grondige kennis der cijferkunst, zouden we wéinig wiskunde willen eischen, alleen de eerste gronden der stelkunst, daar we dezen cursus geheel op school zouden doen doorloopen. \erder wenschen wij vooral grondige kennis der Nederlandsche taalde aspirant dient die taal zonder grove fouten te kunnen schrijven de school toch kan en mag niet dienen om nog het lager onderwijs te behandelen; dit is door sommige examen-commissiën wel eens over het hoofd gezien; overigens wenschten wij van den .aspirant te eischen de kennis van de gronden der Bransche taal. De schoolcursus zoude in vier jaar moeten verdeeld worden en elk jaar een overgangs-examen plaats hebben.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1870 | | pagina 509