43 werd het raadzaam geacht de reproductie uog niet onderhanden te nemen. In Palembang werd door eene afzonderlijke brigade van 1 officier en 3 mindere militairen de opneming bewerkstelligd, voor zoover zulks uit een militair oogpunt werd noodig geacht, der divisiëu Lematang-Oeloe en Lematang-IIir en der Pasoemahlanden. Zonder buitengewone omstandig heden kan deze opneming tegen het einde van 1871 voltooid zijn. In&,t belang der verdediging waren voorts opgenomen en reeds gedeeltelijk in kaait gebracht de hoofdplaatsen Macassar en Amboina met hare omstreken De hulpmiddelen bij het topographisch bureau te Batavia werd in 't laatst van 1867 Indisch Staatsblad No. 129) vermeerderd door de iudienst- stelling van een pholograaph met rang van militair ambtenaar, voor het nemen van kopijen van topographische kaarten. Putbori?igen. Ten einde zich in sterkten en kampementen van goed drinkwater te verzekeren, werd in 1868, op aanvraag van het militair departement, naar Indië gezonden een putboortoestel in den geest van een vroeger met gewenscht gevolg ten dienste van het mijnwezen aangeschaft veiktuig. Daar het werken met dien toestel nog al personeel vordert en vermoedelijk ook tijdroovende is, zijn zeer onlangs twee stellen van een meer eenvoudig en weinig kostbaar werktuig van Amerikaansche vinding (Norton s welpomp) naar Indië ter beproeving gezonden, vooral dienstig geacht bij expeditiën of in tijdelijke kampementen. IrelroJcIcen geschut. Met de geleidelijke uitzending van getrokken veld en vestmggeschut voor de Indische dienst wordt voortgegaan. Reeds is het aanvankelijk gewenschte aantal kanons van 4 pond voltallig en zijn de laatste partijen 12ponders in aanmaak of besteld. In afwachting van de uitkomsten der proefnemingen hier te lande met zwaardere vuurmon den, zal de verdere uitzending van kustgeschut, na de voltooiing van eemge nog onderhanden 30ponders, voorloopig worden gestaakt. Nabij Tjikarang (Batavia) is een geschikt terrein tot schietveld en tijdelijk kam pement ingericht, hetwelk in 1868 in gebruik is genomen. Ook inde 2de en 3de militaire afdeeling wordt omgezien naar geschikte terreinen tot het houden van practische oefeningen met getrokken geschut. Achterlaaclgeioeren. Volgens de ontvangen berichten werden in 1867 met goeden uitslag in Indië voorloopige proeven genomen met een door den directeur der geweermakersschool, den 2den luitenant F. W. H. Kuhn, naar zijne denkbeelden tot achterlading ingericht gewoon Indisch tirailleur-geweer. Tot het nemen van proeven op ruimer schaal zijn daarop

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1870 | | pagina 50