DE OORLOG VAN 1870. Eeiie ïiistoi-iseli-isti-ategïselie beschouwing. I. De rampenwelke Frankrijk onlangs met eene zoo verpletterende kracht, hebben getroffen, en aan Pruisen een nooit te voren bereikt overwicht in hei europeesch statenverband hebben verschaft, liggen nog versch in ons ge heugen. Wij vragen ons af, hoe het mogelijk was, dat een volk, als het fransclie, in een zoo kort tijdsverloop, van de hoogte, waarop het, met uitzon- derino' van korte tnsschenpoozensedert Lodewijk XIV als militaire macht ge staan heeft, kon worden afgeworpen. Wij zien al de vermaarde veldoversten, die zijne legers, tegen bijna alle natiën der wereld, ten strijde en ter overwinning voerden; de vele en bloedige veldslagen die men geleverd heeft, en in de eerste plaats alles, wat zij, nog kort gèledenmet bloedige letters, in de geschiedrollen deden boeken, voor onze verbeelding oprijzen. En voorwaar, na deze herinneringen verlevendigd en met de voor ons liggende feiten vergeleken te hebben, is de straks gestelde vraag niet overbodig, en worden wij ernstig aangespoord, te trachten haar te beant woorden. Wij zullen trachten dit zoo beknopt mogelijk te doen. Vooraf zij het ons vergund, in korte trekken, te spreken over Frankrijks staatkunde, gedurende de regeering van Napoleon III, en over de houding, welke Pruisen tegenover hem had aangenomen. Toen Louis Napoleon het presidentschap over de Fransche republiek aan vaardde, deed hij dit in het vertrouwen op zijnen naam. Terwijl hij met de

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1870 | | pagina 512