506
Gedurende deze handelingen hield, zooals reeds gezegd is, Frankrijk zich
rustig. Men liet Pruisen zijnen gang gaan, doch bleef intusschen niet geheel
stil zitten. De diplomatie speelde hare rol als plannenmaakster, verklikster en
opstookster, zooals zij het, in dergelijke tijden, altijd heeft gedaan. De gene
raal Fleury en de heer Beuedetti reisden heen en weer, om de hoven van St.
Petersburg en Berlijn te polsen en te bespieden. Daar kwam de spoorweg
kwestie met België, de Luxemburgsche kwestie, de kwestie omtrent den spoor
weg door Zwitserland.
Overal trachtte men Pruisens geduld tot het uiterste te drijven, en-Luxem
burg moest, als eene bedreiging tegen Frankrijk, ontmanteld worden. Was
deze vesting vroeger, onder het duitsche rijk, voor Duitschland een waarborg,
een steunzoo vond Napoleon nu plotselingdat zij van rol verwisseld en eene
bedreiging tegen Frankrijk geworden was.
Nauwelijks waren de onweerswolken, omtrent dit geschil, door Pruisens toe
geven uit den weg genomen, of Benedetti was er op uit om, op eene andere wijze,
tot zijn doel te geraken. Hij trachtte den pruisischen kanselier met beloften te
paaien, en hem over te halen, om eene annexatie op de meest vreedzame wijze, van
België en Luxemburg, te gedoogen. Napoleon zoude hem dan vrij spel in Duitsch
land laten. Alsof hij dit toch niet reeds luid en er ooit, in vollen ernst, aan
konde of wilde denken, den gevaarlijken buurman zoo ver naar het noorden te
laten oprukken.
ik kan niet gelooven, dat het hem, met het beruchte, zoogenoemde ontwerp-
contract, ooit ernst is geweest, docli geef toe, dat Frankrijk zich gaarne, op
de eene of andere wijze, voor Pruisens annexatiën in Duitschland, elders wilde
schadeloos stellen. België was hiervoor bij mtstek geschikt, vooral wanneer men
Luxemburg er bij kreeg. Wat kon Nederland daartegen inbrengen? Als dit
rijk veel tegenwerpingen maakte, betaalde men eenige millioenen vergoeding,
en zijn tijd, om ingeslikt te worden, moest immers toch ook eens komen? Het
is licht mogelijk, dat men op zoodanige of soortgelijke wijze geredeneerd heeft.
Yon Bismarck vereenigde zich dus schijnbaar met dit plan. Ik zeg schijn
baar, daar ik nimmer kan gelooven, dat hij zich, in ernst, bij eene annexatie van
België en Luxemburg aan Frankrijk zoude hebben nedergelegd. Of lag hel
niet voor de hand, dat Frankrijk, met het verkrijgen van den mond van de
Schelde en van de vesting' Luxemburg, ter zee en te land, in Pruisens open
flank kwam te staan? Lag het niet voor de hand, dat liet nemen van de oud-
Spaansche Nederlanden tevens, vroeger of later, dat van de noordelijke Neder
landen moest voorbereiden
Von Bismarck ware de man niet, waarvoor hij in 't algemeen gehouden wordt,
als hij er ooit aan gedacht had, dit ontumrp-contract, in ernst, in toepassing te
doen brengen. Maar hij maakte bonne mine a mamais jeuen dicteerde eveu-
bedoeld stuk aan den franschen gezant.
Daardoor won hij tijd om Duitschland voor zijne plannen te winnen, het