511 veel te wenschen overlaat en hetop den duurbij geforceerde marschen en voor den vijand, niet lang aal volhouden. De nieuwerwetsche mtrai/iettse* of kanon revolvers tusschen twee haakjes gezegd eene oude uitvinding van de Vcne- tianen, vereisehen eene zorgvuldige behandeling, en hebben al de gebreken van revolvers en revolvergeweren met meer dan een loop. Als het minste aan de inrichting faalt wordt het geheel onbruikbaar. En dit geval moet zich bij hen spoedig voordoen, daar de vijand alles zal aanwenden om ze te demonteeren. Ik houd dierhalve de granaten en granaat-kartetsen voor veel gevaarlijkerdaar zij gemakkelijker te behandelen zijn, en op korte afstandende meeste voldoende resultaten opleveren. Alle schoten, op groote afstanden in het open veldzijn af te keuren, daar het in de gezonde rede ligt, dat zij niet met de vereischte juistheid 'gedaan kunnen wordendus weinig of geen schade berokkenen, en derhalve eene tegen overgestelde uitwerking hebben als men beoogt. Fm buitendien moet zich afvragen, welke vijand onverstandig genoeg zal zijn, om zijne troepen als mikpunten voor de mitrailleuses te doen dienen. Zullen deze goede diensten bewijzendan moeten zij op korte afstanden tegen storm- kolonncs of attaqueerende kavallerie toegepast worden. Een kundig generaal formeert echter, op een afstand van 1600 passen, nog geen diepe kolonnes en doet dit eerst veel later. Ik moet het derhalve zeer betwijfelen, of men daarmede buitengewone resul taten zal bereiken; ik geloof niet, dat men de mitrailleuses hooger mag stellen dan de pruisische houwitsers. Het ligt niet in mijne bedoeling om, in dit opstel, in eene gedetailleerde beschouwing over de wapens te treden, welke bij beide legers in gebruik zijn: elke partij beweert, dat de hare beter zijn dan die van den tegenstander, en men kan aan weerskanten enkele volfc- en nadeelen aanwijzen. Wij meenen derhalve, ten opzichte van het materieel en het gehalte van de troepenbeide legers even hoog te mogen stellenen gaan thanseene be schrijving van de eerste, onbeduidende gevechten achterwege latende, over lot de feiten. Uit deze blijkt, dat Frankrijk, de partij, die den oorlog verklaarde, of op het vereischte tijdstip met zijne toerustingen niet gereed was, of door de omstandig heden tot eene defensieve houding gedwongen is. Moeilijk kan men geloovendat de keizer, van den beginne af aan, recht streeks tegen het volkskarakter intot eene verdedigende houding zoude be sloten hebben. Men liet toe, dat dc Pruisen de vroeger zoo geduchte en gevreesde liniën van Weissenburg overschreden en kreeg, reeds op den 83tcn Augustus, bij Wörth, het eerste lesje, uit de eerste hand, omtrent de wijze, waarop men te overwinnen was. in het tuighuis te Wennen slaau er tivec, in den vorm vau pianino's. Zij zijn nog afkomstig uil het einde der zeventiende eeuw.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1870 | | pagina 521