515
geld wat ze gekost hebben, het materiëel dat, met hun val, in 's vijands han
den viel, had men elders veel beter kunnen besteden.
Hadden de Franschen niet de vermaarde vesting Metz voor zich gehad, mo
gelijk hadden ze anders en beter gemanoeuvreerd. Men werpt zich wel, des
noods, met een geslagen leger in eene vesting, maar niet met het hoofdleger,
zooals Bazaine in zeker opzicht gedaan heeft.
Had men dus alle troepen, die men in de vestingen, ter verdediging van
s lands grenzen, legert, met het geheele leger vereenigd, dan ware men in staat
geweest daarmede iets grootsch uit te voeren. Men moest weten, dat de Prui
sen niet met eene voorhoede van enkele regimenten, op oudduitsche wijze, voor
zichtig en langzaam zouden aankomen, en dat zij niet dadelijk zouden terug
trekken als zij op een regiment turko's of zouaven mochten stooten.
Als de stormwind zouden zij komen, dat lag voor de hand; en dan kan men
met volstaan met dijken, gevormd uit slechts 100,000 man.
Belachelijk schijnen ons derhalve de uitroepingen van de fransche pers om
trent de overmacht der Pruisen, van welke zijde wij ze ook beschouwen.
Wist men dat de vijand in een zoo groot getal zoude opkomen, dan moest
men er voor gezorgd hebben, minstens een gelijk getal tegenover hem te kun
nen stellen, of met zoo voorbarig den oorlog hebben moeten verklaren.
W ist men het echter nietdacht men dat de overwinnaars van Benedeck
even gemakkelijk op de vlucht zouden gaan, als de Juarïsten in Mexiko of de
Oostenrijkers in Italië, dan was men niet op de hoogte van den tijd, vergistte
men zich in de hoofdzaak en had men dus zijn verdiende loon.
Want het is eene ontegenzeggelijke waarheid, dat willen en kunnen zeer ver
schillende zaken zijn, en dat men zijne eigen krachten alleen dan goed kan
beoordeelcnwanneer men zich de moeite wil getroosten, vooraf die\an den
vijand, goed en zonder vooroordeel, te gaan bestudeeren.
En dit is helaas, van ouds, nooit het zwak van de Franschen geweest.
Na dit uitstapje op het gebied der bespiegelende krijgsgeschiedenis keeren
wij wederom terug naar Sedan.
Den 4,l,n September is de keizer, vergezeld van een groot gevolg, natuurlijk
per spoor, door België naar Pruisen vertrokken. Frankrijk is nu zonder hoofd.
Wij willen hopen, dat de natie niettemin haar hoofd niet verloren heeft.
18 September 1870. {Wordt vervolgdi)
I