5-36
In oorlog dij (1 zou men dan, door het toevoegen van met "die kennis
toegeruste staf-officieren' aan de bevelhebbers, ook moeten nalaten, deze
ondergeschikt te maken aan civiele ambtenarenen die militaire bevelvoer-
ders-zelven met commissoriale macht moeten bekleeden. Dit zou zeker veel
bijdragen tot meer veerkracht in de te nemen maatregelen, en tot eene
spoediger beëindiging der expedition.
Nu worden bij expeditiën den kommandeèrenden officieren veel te veel
de handen gebonden, en slechts zelden ziet men, dat daar waar een expe-
ditie-kommandant onderschikt is aan een civiel ambtenaar, (welken titel
hij ook' moge voeren), de noodige homogeniteit in denkwijze bestaat; dat
gemis aan eensgezindheid leidt natuurlijk tot vertraging en tot vele moeie-
lijkhedentot nadeel van 's lauds dienst.
Behalve in Ned. Indië, zal men toch ook in geen land ter wereld zien,
dat in oorlogstijdeen militair bevelhebber ondergeschikt wordt gemaakt
aan een civiel persoon. In Britsch-Indië treedt iu oorlogstijd de komman-
dant van het leger als hoogste gezaghebber op, dus boven den gouverneur-
gejieraal, en zoo moest het ook hier zijn, omdat daardoor bij oorlogsge
vaar een waarborg te meer zou worden verkregen tot behoud der kolonie.
Geenszins is liet onze bedoeling, dat de generale staf bij het Ned. Ind.
leger op denzelfden voet geschoeid worde, als in Britsch-Indië. Daar
zijn van de 2390 officieren (en hieronder slechts 489 subalterne officieren),
tot die verschillende stafkorpsen behoorende, ongeveer 800 of yg, in ge
heel civiele betrekkingen geëmployeerd zooals bij de openbare werken, in
politieke en civiele administratieve betrekkingen, als inspecteurs enz. Zoo
danig eene regeling achten wij zelfs onraadzaam, omdat vele dier Britsch-
Indische staf-officieren sedert 20 of 25 jaren hunne regimenten verlieten,
na dien tijd nimmermeer een soldaat kommandeerden of zelfs de uniform
droegenen niettemin tot in de hoogste rangen in de bevordering hebben
gedeeld; maar toch zouden wij er voor ijveren, om, in verband met den
werkkring, waarin wij de staf-officieren ook wenschten te benutten, waar
noodigen vooral op de buitenbezittingen, het militair en civiel gezag in eene
hand te vereenigen, zooals vroeger zelfs bij Koninklijk Besluit was bevolen.
Het verleden heeft genoegzaam bewezen, dat ons leger hoofd-officieren
genoeg kan opleverengeschikt om die dubbele taak uitmuntend te vol
brengen en genoegzaam is het ook bewezendat die eenheid in gezag
wenschelijk was niet alleen, maar ook tot besparing van groote geldsom
men aanleiding gaf.
Niettemin heeftnog pas weinige jaren geledeneen nïet-militairgezind
gouverneur-generaal er sterk voor geijverd, om alle gewesten, waar het