542
rijk zoo op den achtergrond begon te komen, en zoovele rechtmatige
grieven had, in de kamer der afgevaardigden zeide; IS armee est devenue
aujonrfFJmi la derniere raison de la liberie même. Elle a gar anti cou-
rageusement lordre socialelle aura a le preserver encoreon dernande
de la fortifier?
Waren die woorden van den grooten redenaar, nu 36 jaren geleden,
voor Frankrijk alleszins toepasselijk, in de tijden die we thans beleven,
nu, vooral door de duistere en beruchte handelingen der diplomatie, hel
zelfstandig bestaan der kleine volkeren telkens wordt bedreigd, zal elke
staat zeker nog minder aan de juistheid daarvan twijfelen.
We besluiten daarom met den tweeledigen wensch, dat men eindelijk
in Nederland moge inziendatoin in nijpend gevaar de kolonie te kunnen
behouden, ook veel voor het NederlandscA-Indische leger zal moeten
gedaan worden; en dat de hand, die de Indische millioenen krampachtig
houdt vastgeklemdzal worden ontslotenom een gedeelte ten offer te
brengen tot voorziening in dringende behoeften van dat leger, die het in
staat moeten stellen, aan zijne veelomvattende en zware taak te kunnen
voldoen; die het leger moeten geven, waarop het aanspraak heeft.
Het doel van ons schrijven is geweest, eene zwakke poging aan te wenden
opdat eindelijk in eene groote behoefte van ons leger worde voorzien. We
hebben daarbij de waarheid niet verbloemd, en ofschoon de waarheid, als
ze onaangenaam klinkt, niet altijd wil gehoord worden, zoo vermeenden
we haar toch in het belang der zaak niet te mogen verzwijgen, indachtig
aan onze krijgsmansleus: Fais ce que doisadvienne que pourra!
EENE STEM UIT HET LEGER.
Wij hebben dit stuk gaarne geplaatst, omdat ook wij, evenals trouwens
al onze wapenbroeders, de hooge noodzakelijkheid der oprichting van een
generalen staf bij het Indisch leger erkennen, en eene poging, om die
noodzakelijkheid aan het algemeen duidelijk te maken, o. i. veel nut kan
hebben.
Door die plaatsing willen wij echter geenszins geacht wordeneven
pessimistisch te oordeelen ais de schrijver. Zonder in eene breede pole
miek te treden, wijzen wij er hier op, dat reeds herhaaldelijk voorstellen
tot de samenstelling van een generalen staf zijn gedaan, dat deze eenige
maanden geleden door den tegenwoordige^ leger-koinmandaut zijn herhaald,
en dat wij ons overtuigd houden, dat thans aan deze voorstellen eene
goede ontvangst zal te beurt vallen. Wanneer rnen let op de uitgaven