543 in den laatsten tijd voor het Indisch leger gedaan - op de verbetering der voeding, op de belangrijke uitbreiding van den topographischen dienst enz.dan"gelooven wij, dat men te ver gaat door, op de wijze als boven is geschied, het Indisch gouvernement en het opperbestuur hare bezuim- o-iugswoede te verwijten. Voorzeker, het Indisch leger heeft nog vele on vervulde behoeften; het belang van dat leger eischt, dat daarop gewezen wordt, dat met klem op voorziening wordt aangedrongen; maar dit sluit niet in zich, dat het noodig zou zijn, daaraan overdreven verwijten vast te knoopen. Omtrent enkele punten, in dit opstel voorkomende, merken wij nog aan ;o dat. men, met behulp van photographie, bij het topographisch bureau ijverig bezig is, de militaire autoriteiten van de uoodige kaarten te voor- 2" dat de Inlandsche militairen zichondanks den slechten toestand van het leger en de gebrekkige aanvoering daarvan, in 1811 te Mr. Cornells «roed Staande hebben gehouden, veel beter dan de Europesche soldaten; dat het gebeurde te Samarang in 1811 hier, op grond van dien slechten toestand en de ellendige aanvoering, wel niet als maatstaf kan geldenen dat men o. i wel kan aannemen, dat, bij goede leiding, ook de ml. sol daten hunnen plicht zullen betrachten. Of, door de iudienststelling van Japansche soldaten, waarmede in 1872 eeue proef zal worden genomenhet gehalte van het leger verbeteren zal, moet de tijd leeren. Zoowel is zeker, dat het aantal Europeanen bi, onze krijgsmacht voor geene beduidende vermeerdering meer vatbaar is. Wij, die door onze betrekking van nabij bekend zijn met de voor stellen, door de tegenwoordige» legerkommandant in het belang van het leger gedaan, en met het onthaal, tot dusverre bij de Indische regeering en het ministerie van koloniën daaraan ten deel gevallen, zouden meenen aan onzen plicht te kort te doen, zoo wij alle voorstellingen van de .stern uit het leger" zonder protest opnamen. Intussehen zullen zeker onze lezers hem met ons danken voor zijne uitgewerkte studie, en den wensch uiten, dat nog menig opstel van zijne hand het tijdschrift zal versieren. Red.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1870 | | pagina 553