545 alleen een grooten mond had, was door zijne lanterne in staat, een betrekkelijk belangrijk gedeelte van Frankrijk tot zijne partij over te halen. Nu de keizer verwijderd, het leger verstrooid of gevangen genomen is, nu de verschillende onderdrukte partijen weder het hoofd opsteken, om hun kans waartenemen voor een meestal egoïstisch doel; wat zal nu, in dit wespennest, Parijs, gedaan kunnen worden, om Frankrijk voor eenen strijd op leven en dood te bewaren? Wie zal den moed hebben, zich aan het hoofd van het bestuur te plaatsen, de kracht om zich daar te kunnen handhaven? Dat het met de Napoleontische dynastie vermoedelijk voor altijd, en ten minste voor 's hands, zal gedaan zijn, is nauwelijks te betwijfelen. Voor eene republiek in frankrijk schijnt weinig duurzame kans. Wordt ze uitgeroepen, dan zal zij ook niet langer blijven bestaan dan het repertoire van een nieuw ballet. Is de vertooning afgeloopen, dan haakt men weder naar iets nieuws. Alleen buitenge wone rampen zouden hierin eene verandering kunnen veroorzaken. Wij kunnen bij de Franscken, met het volste recht, een oud spreekwoord toepassen, dat in zijne eenvoudigheid roept: die niet hooren wil moet voelen. Men heeft nu te Parijs besloten, den moed niet te laten zakken en de stad liever in eenen steenhoop te doen veranderen, dan zich aan de gehate Pruisen overtegeven. De senaat lieeft verscheidene besluiten uitgevaardigd, welke niets minder gelasten dan eene bewapening van het volk in massa, door welk middel men spoedig over de ronde som van zeven millioenen strijdbare menschenniet mannenzal kunnen beschikken. Daar het aan uitstekende legerbevelhebbers ha pert, zoo zal zich mogelijk een republikeinsch hoofd aan het hoofd stellen van deze lormidable macht, om, met één goed aangebrachte slag, het Pruisische leger, met alle zijne strategen en tactici, uit het schoone en beschaafde Frankrijk te verjagen. Is het reeds zoo ver gekomen? Waar zijn dan de legers van Mac Mahon, Bazaine en Canroberthoe is het met de reservetroepen van Lyondie op 150,000, en met die van Parijs, welke op 30,000 man begroot werden? Heeft men niet 35,000 man uit Algerië en ruim 7000 uit Pome laten komen; mijn hemel, waar zijn deze allen gebleven? Peeds den 20stcn Juli werd, in de officiëele bladen van Parijs, bekend ge maakt, dat over tien dagen 350,000 man aan de grenzen van Frankrijk zouden staan, en verkrijgen wij, in elk geval, met de boven aangehaalde getallen, de som van 567,000 man. Iïebben wij niet volkomen recht om te vragenwaar ze zich op dit oogen- blik bevinden? Ik wil de rekening in ronde cijfers opmaken, zoo als ik ze, uit de telegra- phiscke berichten en bij eene niet te zuinige taxatie, mag en kan afleiden. De slag van Wörth, de overgang over den Moezel, bij Pont-a-Moussou en de mislukte uitvallen uit Metz hebben 50,000 man gekost; niet minder schat ik het verlies gedurende den flankmarsch van Mac Mahon naar Sedan en de daarbij

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1870 | | pagina 555