550
den beginne af aan, het plan om naar Berlijn te marcheeren in duigen Men
was gedwongen de offensieve beweging te staken en zich te verdedigen.
Daar men ten gevolge eener onbegrijpelijke verwaandheidhierop niet voor
bereid was, niet den tijd had om tot bezinning te komen, hoogst waarschijnlijk
steeds op beter succes hoopte, en van uit Parijs, Lyon en andere plaatsen slecht
ondersteund werd, zoo >.ag men zieli uit elke positie door den vijand, verdringen,
die zeer goed vat zijne numerieke-sterkte en den glans der overwinning wist,
gebruik te maken. evvrdelijk, vermoeid, ontmoedigd, hulpeloos, zelfs het noo-
digste, voedsel, veTjpleging en munitie ontberende, was men door het noodlot
gedwongende wapens nederteleggev
Dit is, in korte trekken, het verloop van den oorlog tot 's keizers gevangen
neming en het drama van Sedan.
Officieren en soldaten hadden, dag aan dag, als het ware in den stormpas
gemarcheerdzij waren geslagengeretireerd en wederom geslagen steeds ver
volgd door een vijanddie geen stap achteruit ging, zich door niets liet terug
houdenen er van overtuigd wasverloren te zijn als hij maar één groot échec
mocht lijden.
Nadat men dit van de Fransche zijde lang had volgehoudenzag men zich
eindelijk zoowel van M.etz als van Parijs afgesneden; werd 's keizers regeering in
de dagbladen bespot en zelfs vervloekt, en had hij, de almachtige vorst, door
ziekte gemarteld, geen anderen uitweg meer, dan zich of door den vijand heen
een weg te banen naar het verwoede volk van Parijs, of zich ove.rtegeven aan
den vervolger, die, elke insinuatie ter zijde gelaten, toch niets meer en niets
minder was dan een gelukkige en dappere vijand. Hiermede gelooven wij, voor
's hands, 's keizers wijze van handelen genoegzaam toegelicht te hebben, om hem
het verwijt van lafheid of onvoldoende energie te doen ontgaan.
Hij had nergens, al sloeg hij zich ook door, kans om eene genoegzame reserve,
en nog minder kans om al mocht hij Parijs kunnen bereiken, de benoodigde
ondersteuning te vinden.
En, zoo vragen wij nu, welke grond bestond er dan nog voor de gedecimeerde
krijgsmacht, om een strijd langer te blijven volhouden, die, daar <le oorzaak er
van verwijderd was, tot niets leiden kon als tot nieuwe verliezen?
Men dacht zeer rationeel: is de keizer gevangen, voor wiens belangen wij
vechten; heeft men hem te Parijs van zijne waardigheid vervallen verklaard,
zoo behooren wij niet meer aan hem, maar aan de nieuwe regeering, en deze
heeft den oorlog tegen Pruisen niet verklaarden er dus hoegenaamd geen be
lang bij, dat wij ons nog langer opofferen. Wij behooren dus ons leven voor
de nieuwe regeering te sparen. En gesteld ook dat wijin eene opwelling van
heldenmoed, van spartaansche vaderlandsliefde, er toe besloten, om door den
vijand heen te slaan, hebben wij de zekerheid daarin te zullen slagen? Zoude
het ons niet even zoo kunnen gaan als Bazaine, die, na een ontzettend verlies
weder naar Metz teruggedreven werd?