561,
enz., en tertio, staat die overdreven negotiegeest der industriëelen van
Harderwijk niet in liet minste verband met liet zedelijk gehalte van het
koloniaal werfdepot te dier plaatse.
Somwijlen worden nog gedurende de reis herwaarts oneerlijkheden ont
dekt, als: onvoldoende kwantiteit of kwaliteit der medegevoerde goederen
of ververschingendoch dit behoort alsdan iii de eerste en eenigste plaats
geweten te worden' aan de onvoldoende zorg van den detachements-kom-
mandant en zijne ondergeschikte officieren of onder-officierendaar zij het
zijn, en niet het kader van het werfdepot, die tegen zóódanige oneerlijk
heden kunnen en moeten waken; gebrek aan pligtsbetrachting hunnerzijds
kan nimmer een reden zijn, de bevonden tekortkomsten te wijten aan
het gehalte van het koloniaal werfdepot.
Dat het te Harderwijk niet pleizierig is, zie, dat geef ik L. volko
men toe; maar is dit nu een motief, om het werfdepot aldaar te beschul
digen van '/verrotting" cn het daarvan door een zuiveringsproces te willen
genezen
In Indië hebben wij ook tal van garnizoens plaatsen, waar het alles
behalve prettig is, zonder dat nogtans het garnizoen zelf een zuiverings-
kuur behoeft te ondergaan.
Ik hoop, L. door het vorenstaande te hebben teruggebracht van zijne
hoogst ongunstige, doch niet gemotiveerde opinie betrekkelijk het zede
lijk gehalte van het koloniaal werfdepot te Harderwijk; eene opinie, die
ik in Indië meermalen hoorde uiten, doch steeds met al mijn vermogen
heb bestreden; terwijl het mij meestal bleek, dat dit ongunstig oordeel,
behalve aan de verdrietelijkheden, te Harderwijk ondervonden, zijn ont
staan te danken hadaan hetgeen men teu rechte of ten onrechte verhaalde,
omtrent het werfdepotzooals het vroeger was. Dochlain doeloelain
sekaraiiEt
L. C. VAN VLEUTEN.
Batavia, 19 October 1870.