Vervolg en slot van hlz. 568.)
Men zal mij tegenwerpen, dat ik geene bevoegdheid heb otn militaire
vraagstukken te behandelen. Deze tegenwerping, men geloove het, heb
ik mij gedaan. Maar ik heb mij geantwoord, dat als een geschiedschijver
de gebeurtenis, die op zich-zelve een zoo groot vooroordeel is, liet plan
van de twee veldheeren en het verhaal van beide partijen voor zich heeft,
in staat is zich een klaar en juist denkbeeld van de oorzaken der einduit
komst te vormen. Het is niets meer dan eene zaak van historische critiek.
Ik zal eene grootere tijdsruimte omvatten dan de luitenant-kolonel Char
ms gedaan heeft; toch ben ik aan hem verschuldigd deze studie te hebben
gemaakt met eene gerustheid, die ik niet zou hebben gehad zonder dezen
steun. Daar heb ik voor eene afgebakende handeling, voor een verschrik
kelijk militair drama van vier dagen, eene nauwkeurige, heldere discussie
gevondengevoerd met al de bewijsstukken en steeds toegelicht door de
bevelen van Napoleon, van Wellington, van Bliicher, en door de verslagen
van hunne lasthebbers. Met dit model leert men spoedig eene krijgsope
ratie eritiseh te onderzoeken. Ook, maar dit is persoonlijk, heb ik niet
zonder aangrijpende herinneringen zijn boek gelezen en doorbladerd. De
heer Charras en ik, zijn, het is nu vele jaren geleden, medearbeiders ge
weest aan het blad le National. Hij is dood en ik voer de pen noer,
maar de ouderdom, die ze in mijne hand begint te doen trillen, laat mij de
innige voldoening mij terug te vinden, mijzelven en mijnen vrienden gelijk.
Napoleon betreedt de loopbaandie ten slotte zoo verderfelijk moest
37