51
In geen land zal het alzoo meer noodig zijn, de troepen te concentree-
ren; vele onzer buitenbezittingen zullen wij in geval van oorlog te°-en
een buitenlandscheu vijand geheel, of slechts met achterlating van °de voor
de handhaving van orde en rust onmisbare macht, van troepen moeten
ontblootenom althans de hoofdpunten van Java zoodanig te kunnen ver
dedigen, dat de vijand daarvan eerst na een hardnekkigen en roemvollen
strijd bezit zal kunnen nemen of wel van zijne onderneming zal moeten
afzien.
Men zal dus in ieder geval de hoofdpunten van Java moeten verdedi
gen; dat zijn m de eerste plaats die punten, waar de vijand bijzondere
hulpmiddelen zoude aantreffen, en die hem een uitmuntend uitgangspunt
voor zijne verdere operation zouden kunnen verschaffen. Alzoo de °boven
reeds genoemde steden Batavia, Samarang, Soerabaia en Tjilatjap die
om tal van overwegende redenen - waaronder wij slechts de te groote uit
gebreidheid en het gemis aan voldoende troepenmacht noemenniet wel
door vestingwerken belmoren omringd te worden, en waar men dus een
goed stelsel van kustverdediging moet organiseeren. Daartoe worden ver-
eischt: strand batte rij en, bestand tegen de uitwerking van het tegenwoordig
geschut, drijvende batterijen, ramschepen en dergelijke, die de vijande
lijke vloot afbreuk kunnen doen, en eindelijk versperringen, die het vaar
water voor den vijand onveilig maken en hem kunnen dwingen, zich ge-
ruimen tijd onder het bereik van ons geschutvuur op te houden.
Elk dezer onderdeden wordt door von Sc/ieli/ta afzonderlijk en uitvoe
rig in beschouwing genomen.
Vooi de strandbatterijen wijst hij op de volgende feiten;
1". dat metselwerk, aan het vuur van zwaar getrokken geschut bloot
gesteld, daartegen niet meer bestand kan worden geacht;
2". dat grond, vooral zand, een veel beter weermiddel kan schenken;
3". dat stukken geschut, van boven niet gedekt, tot zwijgen gebracht
kunnen worden door een overmachtig vuur van de vijandelijke sdiepen,
zelfs al zijn zij door goed aangelegde traversen ingesloten;
4". dat eene versterking of kustbatterij alleen niet in staat is, eene
groote vijandelijke vloot tegen te houden, wanneer niet tevens het vaar
water wordt versperd
5 dat die versperring volkomen moet zijn, maar dan ook, met be
hulp van zwaar bewapende batterijen, die het opruimen der versperring
onmogelijk kunnen maken, de stelling onneembaar doet worden.
Al deze stellingen worden door een tal van voorbeelden bewezen. Het
igt buiten ons bestek, die voorbeelden hierop te noemen; wie zich hier
mede bekend wenscht te makenraadplege het in hoofde dezes genoemde