583
van den 17dcn bezette Wellington de stelling van Mont-Saint-Jean, voor
Waterloo gelegen eene stelling, die hij sinds verscheidene weken zorg
vuldig verkend had, en was besloten den slag aan te nemen, zoo Blücher
hem de medewerking van twee Pruisische legerkorpsen verzekerde, gelijk
hij hem in den morgen had doen verzoeken Het antwoord van zijn'
bondgenoot gewerd hem nog denzelfden dag in deze woorden: «Ik zal
«bij u komen, niet alleen met twee legerkorpsen, maar met mijn geheele
'leger; en zoo de vijand u den 18dtm niet aanvalt, zullen wij te zamen
«hem aanvallen op den 19den." Campagne de 1815, p. 238).
De verbondene aanvoerders hadden dus eenstemmig besloten tot de
vereeniging van hunne krachten op een door Wellington gekozen punt,
en alzoo de kansen van de overwinning naar hunne zijde doen overhellen.
De eenige dag, waarop het Pruisische leger, nog niet hersteld van zijne
nederlaag bij Pleurus, niet beschikbaar was, is de 17de; het was dus
noodwendig ook de eenige dag', waarop Napoleon Wellington op zich zelven
staande kon vinden, en een voordeel op hem behalen, gelijk het op de
Pruisen behaalde. Liet hij dezen eenigen dag voorbijgaan, zoo stiet hij
op ontzettende massa's, en niets de uitkomst bewijst het gelijk de f
redeneering niets was in staat het legerwaarover hij bevel voerde, te
redden. De slag van Waterloo moest dus den 17deu geleverd worden; op
dien dag kon Blücher er niet verschijnen. Het valt moeilijk te beslissen,
of Napoleon nutteloos tijd verloor en verantwoordelijk is voor dit onheil-
zwanger uitstelof dat de omstandighedenmachtiger dan hijhet hem
oplegden, maar wat duidelijk blijkt, is, hoe beperkt de tusschentijd was,
dien zijne irrationeele aanvallende houding hem liet. Hij had slechts ge
durende vier en twintig uren de gelegenheid aan zijn noodlot te ontsnap
pen; deze vier en twintig uren verloren zijnde, was alles verloren.
Het niet vooruitgezienedat eene zoo groote rol speelt in menschelijke
zaken en vooral in krijgszakenbedroog gedeeltelijk de verwachting van
Wellington en de belofte van Blücher. Het Pruisische leger had niet
vóór vier uur in den namiddag' zijn eerste korps op het slagveld van
Waterloo, en zijn gros om half acht. Om dus den alleenstaanden Wel
lington te verslaan moest het gevecht vóór vier uur zijn afgeloopen. Het
is dezelfue redeneering als voor den dag van den 17den. Ware de slag
van Waterloo bij het morgenkrieken aangevangenzoo zou hij een einde
hebben kunnen nemen vóói de verschijning van de Pruisen, maar om half
twaalf begonnen zijnde, baatte de vertraging in de komst van de Pruisen
Napoleon niets.
Charras, sprekende over de laatste oogenblikken van den slag, zegt, dat
Napoleon de bataljons van de garde, die hem overbleven en die zijue