586 der, al had hij ook den slag van Arbela gewonnen, zeer veel lager staan dan hijwaarvan de geschiedenis het aandenken heeft bewaard. Manzoni zegt, in zijne beroemde Ode op den 5l,l'n Mei, dat Napoleon het voorwerp was cCinestinguibil odio e dLindomato amor. De onuitdoof- bare haat was bij de verbonden volkende onbedwingbare liefde bij het Eransche volk. Toen de natiën langen tijd den oorlogde knevelarijenhet geweld, de onderdrukking, den hoogmoed van de keizerlijke heerschappij hadden verdragen en er voor haar geene hoop meer was op vrede, onafhanklijk- heid en vrijheid, pakte zich een vreeselijk onweder van volkswrok samen. Zij joegen Napoleon uit haar land en vervolgden hem in het zijne; zelfs in 1815, toen hij vredelievende betuigingen deed, luisterden zij niet naar hem en wierpen hem eene tweede maal van den troon. Sedert is die groote vijandschap noodwendig afgekoeldde verbonden volken hadden den roem van de beslissende overwinningenenwat verre verkieslijk isde eer aan Europa een' vrede te hebben geschonken, die van langen duur was. Niettemin trilt Duitschland nog bij de herinnering van de keizer lijke loopbaan. Geheel anders is het schouwspel aan de zijde van Erankrijk. Niet al leen kampte de hardnekkigheid in het verdedigen van Napoleon tegen de hardnekkigheid hem aan te vallenmaar toen hij van den troon gestooten was, bleef zijn aandenken levendig en veelvermogend. Ik weetdat men die volhoudende kracht van de herinneringen heeft toegeschreven aan de pole miek van de liberale dagbladen, die, om de Restauratie te bestrijden, het keizerrijk te hoog verhieven. Ik zal de uitwerking van al, wat toen ge daan werd, niet loochenen, maar ik wil zeggen, dat het meer een teeken des tijds dan eene oorzaak was, en ik vind er het bewijs voor in den terugkeer van het eiland Elbadie zoo zegevierend wasop een oogenblik, toen de vergoding nog niet ingewijd was geworden door de publicisten, noch door de liedjeszangers, noch door de dichters. Twee andere groote manifestaties zijn later gevolgd: in 1840 de indruk, teweeggebracht door het terugbrengen van Napoleon's asch, in 1848 de benoeming tot Pre sident van den prins, die thans keizer is (geweest). Ik noem deze drie mani festaties volksmanifestaties in den beperkten zin van het woord, want, ofschoon zulke gewichtige handelingen noodwendig vele oorzaken hebbenbehooren zij toch meer den stand van de boeren en van de werklieden dan den burgerstand toe. Hoe komt het, dat er zulk een groot verschil is tusscheu het gevoel van het overige Europa en dat van het Eransche volk? Hoe komt het, dat dit volk, welks bloed zoo kwistig is vergoten geworden, eene gene-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Militair Tijdschrift | 1870 | | pagina 596