596
zwakheid. Niet behoorende tot de partij der vrijdenkers, welke niet gelooven
aan eenige goddelijke tusschenkomst, bij menschelijke handelingen, hangt hij
nogmet zekere overtuigingaan den god der veldslagenuit den ouden Mo-
zaïschen tijd.
Het is hier echter de plaats niet om hierover uit te wijden. Alleen vermee-
nen wij aan hem hetzelfde recht te moeten toestaanals aan elk ander mensch,
n. 1. om te gelooven wat hij verkiest en wat hem het beste voorkomt.
Den 24 October 1S61 was te Berlijn alles in rep en roer. Het was nacht,
maar niettemin zoo helder als bij dag. Voor het hotel van den ambassadeur
van Frankrijk stonden vier reusachtige masten, twee met het pruisische, twee
met het fransche wapenbord versierd, boven welke, in gebrillanteerd vuur, de
letters W. A. en N. E. te lezen waren.
Terwijl de met bloemen en vreemde gewassen versierde opgangen en corri
dors zich in het helderste licht vertoondengaf liet decoratief der zalen bewij
zen van den fijnsten smaak. In de groote receptiezaal aanschouwden de be
zoekers de levensgroote portretten van Keizer Napoleon en Keizerin Eugenie.
On 9Y3 uur verschenen de Koning en de Koningin, de Kroonprins en de
Kroonprinses, benevens de verdere leden van het pruisische vorstenhuis en de
vorstelijke gasten.
De ambassadeur en diens echtgenoote ontvingen de majesteiten aan den trap.
Het bal werd door den franschen ambassadeur met de Koninginen door den
Koning met de vrouw van eerstgenoemde geopend. (J)
Alles wat men aanschouwde was allerprachtigst, en wat men aan tafel op
merkte spande de kroon boven alles wat men, ooit te voren, gezien had. Een
extratrein had de spijzen, kort vóór dat men aan tafel ging, rechtstreeks uit
Parijs aangebracht.
Eerst om twee uur des morgens namen de pruisische majesteitenonder de
hartelijkste betuigingen van dank, van den gastheer en diens vrouw afscheid.
De gastheer was de hertog van Magenta,. Het feest gaf hij ter gelegenheid
van de krooning des Konings van Pruisen, Wilhelm I.
Eene kleine maand tevoren was dezelfde Koning, toen nog Kegent, te Com-
piègne de gast van Napoleon lil.
De beide vorsten gingen op de hartelijkste wijze met elkander om; Napoleon
beloofde aan Wilhelm, hem, in Pruisen, zoo spoedig mogelijk een tegenbezoek
te zullen brengen.
ioen ze van elkaar scheidden hield de Keizer lang en gemoedelijk 's Konings
hand in de zijne, en riep, vroolijk glimlachende:
(1) Wilhelm I, König von Preussen, in Wort und Bild, von A. II. Brandruppdeel
II, pag. 718.